noemt men in het algemeen alle onwillekeurige spiertrekkingen (zie Convulsie’s); meer in het bijzonder echter verstaat men onder S. de z.g. kinderstuipen of kindereclampsie. Deze zijn gekenmerkt door het optreden van onwillekeurige spiersamentrekkingen, hetzij ruksgewijze (clonisch), hetzij in den vorm van blijvende kramp (tonisch), in verschillende deelen van het lichaam, meestal met opgeheven bewustzijn, bleek gelaat, blauwe lippen, starende oogen.
De aanleg voor S. schijnt te berusten op een onevenredigheid in de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de overige stelsels; aanleiding tot het optreden van S. kunnen zijn: schrik, kwaadheid (drift), te warme of te koude lucht, ingewandsstoornissen (ook wormen) enz. Langdurige of dikwijls zich herhalende S. veroorzaken dikwijls den dood. De behandeling bestaat in bestrijding der oorzaken, verandering der voeding, purgeermiddelen; bij een aanval kan koude op het hoofd, mosterdpappen aan de kuiten, enz. worden toegepast, terwijl zoo spoedig mogelijk een geneesheer moet worden ontboden. Langdurige S. verdwijnen dikwijls na inademing van chloroform.Een andere vorm van S. komt voor bij zwangeren en kraamvrouwen. Deze vorm, die meer in het bijzonder eclampsie genoemd wordt, treedt meestal op in de twee laatste maanden der zwangerschap, maar ook wel gedurende de baring of in de eerste dagen van het kraambed, vooral bij vrouwen, die voor de eerste maal zwanger of bevallen zijn. Deze eclampsie treedt of plotseling op, óf voorafgegaan door voorboden, zooals hoofdpijn, maagpijnen, braken, neusbloedingen, stoornissen in het zien, aanwezigheid van eiwit in de urine. De aanval bestaat in tonische en clonische (zie boven) spierkrampen, gepaard met gevoelloosheid en verlies van het bewustzijn; daarbij is de temperatuur veelal verhoogd en de pols versneld. Deze aanval herhaalt zich in den regel met kortere of langere tusschenpoozen. Zoodra de baarmoeder van haar inhoud bevrijd is houden de S. meestal van zelf op.
Men neemt tegenwoordig aan, dat deze ziekte het gevolg is van een te kort schieten in haar functie (insufficientie) van de organen (lever en nieren), die belast zijn met de omzetting en verwijdering der vergiften, die reeds onder normale omstandigheden gedurende de zwangerschap (door de vrucht) worden gevormd. Deze vergiftiging der moeder wordt sterker, naar mate de zwangerschap verder voortschrijdt.
Ten einde het gevaar voor eclampsie tijdig te voorkomen, is het noodig de urine eener zwangere vrouw gedurende de laatste maanden der zwangerschap regelmatig te doen onderzoeken, vooral indien zij klaagt over hoofdpijn, misselijkheid, opzetting der voeten, enz. Zoodra deze verschijnselen zich voordoen of eiwit in de urine optreedt, moet de vrouw het bed houden, liefst met laagliggend hoofd, en uitsluitend melkspijzen gebruiken. Verder zal zorg gedragen moeten worden voor ruime ontlasting en urineloozing. Tegen den bestaanden aanval geeft de arts bedwelmende middelen (chloroform, chloral); indien deze echter niet voldoende helpen, verwijdert hij de vrucht zoo spoedig mogelijk uit de baarmoeder. Nieuwere inzichten hebben ons doen begrijpen, dat het hier een opname van „vreemd eiwit” (uit moederkoek) betreft.