Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

ANDRINGA

betekenis & definitie

Naam van verschillende edele en eigenerfde geslachten, reeds in de 15de eeuw. Grietmannen in Idaarderadeel, Utingeradeel en Lemsterland.

In 18de eeuw uitgestorven. Door het huwelijk van Romelia van A. (1672-1743) met Dancker de Kempenaer (1668-1746) leeft de naam in het geslacht VanA. de Kempenaer voort, zie Kempenaer, De.

Zie: Stb. 1, 23, 242; Nalezing 1; 11, 19, 163; Sminia, Naamlijst, 146147, 325-326, 328, 330-332, 336-337, 343, 373; Andreae, Nalezing, 49-50, 104-105, 107, 110, 112; v. d. Aa 1, 90-91; N.B.W. iv, 45-46. ANDRINGA, Sibius van, predikant (Dokkum 25.7. 1735-Harlingen 21.9.1818). Stond te Beetsterzwaag, Sint-Jacobi Parochie en Workum. Schreef verschillende werken.

Zie: B.W.P.G. 1, 182.

< >