Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

EIGENERFDE

betekenis & definitie

Boer op van zijn ouders geërfde hoeve (tegenstelling: meier en adellijke grondbezitter). Na 1500 in Oostergo en Westergo relatief weinig E.n (1511 in Leeuwarderadeel op nog geen 15 pct. van het land); in Zevenwouden meer.

Tijdens de Republiek mocht alleen de E. als volmacht op de landdag komen; de E. had het jachtrecht. Een dubbel-E. was in Frl. een E. met meer dan 50 pondemaat.

Van 1814-51 waren de E.n een staatsrechtelijke stand, nl. wie ten plattelande grond bezaten, die minimaal ƒ 30 grondlasten opbracht. Eigenerfdenwapens. Kenmerken zich vaak door de Fr. adelaar in de rechterhelft.

Andere veel voorkomende stukken; eikels, (drie) klavers, lelies, rozen, sterren, leeuwen, wassenaars, dwarsbalken en merken. Betekenis vaak onzeker.Misschien duiden eikels en klavers op grondbezit, het getal drie op het aantal generaties nodig om de E. rechten uit te oefenen, sterren en wassenaars op Mariaverering. De leeuw is in heel Nederland frequent. Handmerken staan oorspronkelijk buiten de heraldiek, maar in Frl. zijn persoonlijke en familietekens vaak als wapen gebruikt, al of niet met de Fr. adelaar. Gonggrijp geeft ook verklaringen die niet au sérieux te nemen zijn (eenhoorn = eigen homleger o.m.). Zie: G. F.

E. Gonggrijp, Fr. eigenerfdenwapens (Naarden 1943).