Encyclopedie voor voeding

dr. ir. P. Schoorl (1938)

Gepubliceerd op 05-12-2022

Alanine

betekenis & definitie

Alanine is een aminozuur met de chemische samenstelling C3H7O2N. Het is niet zeker of dit aminozuur wel noodig is in het voedsel; het lichaam kan het waarschijnlijk zelf maken. Het alanine schijnt een gunstigen invloed te hebben op de alkali-reserve van het bloed, met name het vermogen om koolzuur te binden; verder schijnt het een stimuleerenden invloed te hebben op de verbranding van het glycogeen. In verband met de schadelijkheid van te groote hoeveelheden eiwit in het voedsel is de invloed nagegaan van verschillende aminozuren op het ontstaan van nierontstekingen. Het alanine schijnt zelfs in groote doses niet schadelijk te zijn.

De lever kan bij onvoldoenden toevoer alanine synthetiseeren. In proeven bleek ammoniumlactaat hiervoor als grondstof te kunnen dienen; ook glycogeen schijnt hiervoor als uitgangsmateriaal in aanmerking te komen.

Alanine komt in arachin — het eiwit van de grondnoot — tot 4,1% voor en in het globuline van de cocosnoot ook tot een gehalte van 4,1%, terwijl het in het eiwit van de witte knolraap in een gehalte van 3,6% aanwezig is. In het eiwit van den zijdewormdraad komt 25% alanine voor, in gelatine 8,7%; caseïne 1,8%; lactalbumine 2,4%; eialbumine 2,2%; gliadine 2%; zeïne 9,8 % en edestine 3,6%.