Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Madeira

betekenis & definitie

Tot het begin van de 18de eeuw werd de wijn van Madeira, net als zijn aanverwanten Port en Sherry, in natuurlijke staat, d.w.z. zonder enige bewerking, geëxporteerd. Het is bekend dat men al in 1704 overschotten aan madera-druiven stookte om er eau-de-vie van te maken.

Maar volgens de archieven was het pas in 1753 dat men ‘een emmer eaude-vie aan elk vat wijn toevoegde alvorens het te verschepen’, waardoor deze voortreffelijke wijn het unieke karakter kreeg dat hij vandaag de dag nog altijd bezit. Ongeveer 20 jaar later paste men deze methode toe op alle exportwijnen.In diezelfde tijd begon men deze wijn ook in vaten per schip naar Oost-Indië te vervoeren en weer terug, opdat hij dan alle tijd zou hebben om tot volle rijping te komen. Dat was ook de tijd dat de Madera in Engeland uiterst populair werd, en vervolgens ook in de Engelse koloniën in Amerika waar een bloeiende handel bestond tot 1852, het jaar dat de wijngaarden door de oïdium werden verwoest.

Er werden toen - en ook nu nog wel grootse Madera’s gemaakt, maar de afzetgebieden die deze wijn in de tijd van de zeilschepen en de ontdekkingsreizen had verworven zijn grotendeels verdwenen. Madera wordt niet meer alleen voor Engeland en de Verenigde Staten vervaardigd, maar ook voor landen als Scandinavië, Frankrijk, Duitsland, België, Nederland en Canada. Sinds de handelaren zich hebben verenigd in de Madeira Wine Association om de handel te bevorderen, stijgt de verkoop nog steeds.

Geschiedenis van de Madera

De geschiedenis van het eiland is eigenlijk de geschiedenis van zijn wijn. Politiek gezien is Madeira een deel van Portugal en geografisch een eiland in de Atlantische Oceaan dat 575 km van de Marokkaanse kust en 850 km van Lissabon ligt. Met zijn lengte van 57 km en breedte van 13 km is het een paradijs voor vakantiegangers. De wijnstok groeit er op de terrassen van de steile hellingen en de schaduwrijke dalen staan vol met bloemen.

Het eiland Madeira was, evenals de kleine vulkanische eilandjes Porto Santo en Las Desertas die er vlakbij liggen, reeds bekend bij de Feniciërs en de Grieken die hen ‘tovereilanden’ noemden. Later werden ze ook door de Genuezen en de Portugezen aangedaan. Maar de wouden waren er zó dicht dat de zeelui er niet durfden binnen te dringen; dit duurde totdat prins Hendrik de Navigator de onverschrokken kapitein JoSo Gonsalves Zarco erop af stuurde, die het eiland in 1418 uit naam van Portugal in bezit nam. Vermoedelijk lag de plaats waar Zarco voet aan wal zette vlak bij het tegenwoordige Funchal, maar hij kon onmogelijk verder het land in gaan. Hij gaf het eiland een heel toepasselijke naam: Eiland der Bomen. Het hele oppervlak werd in beslag genomen door dicht op elkaar staande bomen met stevig in elkaar verstrengelde takken, zodat het onmogelijk bleek om er met een bijl doorheen te komen. Zarco stak de zaak daarom in brand en ging weer aan boord, om van daaruit het schouwspel gade te slaan.

Volgens de legende heeft hij lang moeten wachten, want het vuur zou 7 jaar achter elkaar hebben gewoed! Toen het ten slotte was gedoofd waren de bomen verdwenen, maar op de vulkanische rotsen hadden ze voor eeuwen een dikke humuslaag achtergelaten die een van de vruchtbaarste grondsoorten vormt. Toen begonnen de pioniers te komen: uit Portugal, Spanje, Holland en Italië. Ze plantten er suikerriet en de Malvoisiewijnstok. De rijke bodem en het vruchtbare klimaat maakten midden in de Atlantische Oceaan van Madeira een weelderige tuin. Zeelui meerden hun schepen af in Funchal om water en vers voedsel in te laden, maar ook om hun vaten met wijn te vullen. De handelsverdragen tussen Engeland en Portugal waren voor de Maderawijnen zowel als voor de Port van veel betekenis. De Engelsen die zich in de Amerikaanse koloniën vestigden dachten met weemoed aan de Portugese wijnen terug en begonnen ze daarom te importeren.

Toen de Amerikaanse kolonisten op een breuk met Engeland begonnen aan te sturen werd Madera meer en meer hun favoriete wijn, waarvan het drinken een soort patriottische daad werd van dezelfde orde als het maken van een lange neus naar de koning en het parlement. De Engelsen hadden toen namelijk bepaald dat Europese goederen alleen per Brits schip naar de koloniën in de Nieuwe Wereld mochten worden vervoerd. Het spreekt vanzelf dat de kapiteins van de Engelse schepen zich voor dit monopolie dik lieten betalen. Maar aangezien Madeira in Afrika lag konden de wijnen van dat eiland met allerlei schepen worden aangevoerd, ongeacht onder welke vlag zij voeren. De Amerikanen hadden deze mogelijkheid snel door, en zo kwam het dat overal op hun tafels Madera stond. De populariteit van de Madera op de Atlantische kust van de Verenigde Staten duurde net zolang als de periode van de zeilschepen.

In zijn Diary in America (1839, vol. I, deel 2, blz. 102-3) merkt kapitein Frederick Marryat, een Engels schrijver, het volgende op: ‘De Claret en de andere Franse wijnen doen het in Amerika heel goed. Maar het terrein waarop de Amerikanen ons verslaan is dat van de Madera, die bij hen een kwaliteit heeft die men in Engeland niet vindt. Deze is te danken aan het klimaat, de extreme hitte en strenge kou waarin de wijn tot volle wasdom komt; ik zou bijna zeggen dat ik, vóór ik in de Verenigde Staten kwam, nog nooit een goede Madera had geproefd. De uiterst geringe invoerrechten die erop moeten worden betaald in aanmerking genomen zijn de wijnprijzen in het algemeen zeer hoog, maar de prijs voor een goede Madera is werkelijk verrassend. Op veilingen halen sommige merken zeker prijzen van 12 tot 20 dollar, en ik heb zelfs gehoord dat er flessen zijn geweest waar 40 dollar voor werd betaald.’

In de 18de en in het begin van de 19de eeuw bereikte de verkoop van de Madera zijn hoogtepunt. De Napoleontische oorlogen hadden de export van Franse wijnen sterk doen afnemen. Madeira stond er helemaal buiten, waardoor de handel kon floreren. Door toevoeging van een ‘emmer eau-de-vie’ aan ieder vat was de wijn in staat om te reizen en om tijdens de lange zeereis tot volle rijping te komen. Madeira exporteerde zijn wijn in grote hoeveelheden naar Engeland en de Verenigde Staten, waarvan de havens in de zuidelijke staten, Savannah, New Orleans, Charleston en Baltimore, het grootste gedeelte in ontvangst namen.

In 1852 werd Madeira getroffen door een ramp toen de wijnstokken werden verwoest door de oïdium. Het eiland was daar amper bovenop toen in 1872 de phylloxera de kop opstak. De wijnstokken, toch al zwak na de vorige ramp, gingen aan de druifluis te gronde en zelfs hun wortels werden aangetast. Tal van Engelse handelaren, die al jarenlang op het eiland woonden, gingen ervandoor. Het beetje wijn dat er tegenwoordig nog wordt geproduceerd hebben we te danken aan de moed en volharding van de enkelingen die toen zijn gebleven. Zij importeerden Amerikaanse onderstammen die immuun waren voor de phylloxera.

Natuurlijk duurde het een aantal jaren voordat deze wijnstokken volop konden produceren. Toen men echter genoeg wijn maakte om te kunnen exporteren bleek hij van zeer slechte kwaliteit te zijn, maar de hoeveelheid was groot genoeg omdat Amerikaanse wijnstokken immers een flink rendement hebben. De wijnstokken moesten toen weer worden afgesneden om er Europese rassen van vóór de phylloxera op te kunnen enten.

De bereiding van de Madera

Het oogsten is op Madeira waarschijnlijk net zo’n schilderachtig gebeuren als overal elders, maar het duurt er veel langer. Op zeeniveau begint de oogsttijd halverwege de maand augustus, om al naar gelang de rijping van de druiven op de hellingen te worden voortgezet tot hij in oktober wordt beëindigd. De wijnboeren op Madeira beginnen de druiven met blote voeten fijn te stampen in lagares, grote langwerpige houten bakken. Deze ‘druivendans’ wordt gevolgd door een degelijker persing, na afloop waarvan het druivesap of de mosto in geneieren zakken of vaten op door ossen getrokken sledes naar de → lodges van de handelaren in Funchal wordt gebracht.

De most gaat dan gisten en wordt vinho claro. Dan voegt men er alcohol aan toe en giet het mengsel in een estufa voor de estufagem, een specifieke Madera-behandeling. Dit procédé dateert nog uit de tijd dat de Madera over de wereld reisde, of liever heen en weer tussen Madeira en Oost-Indië, om op het stampende schip in de tropische hitte tot volle rijpheid te komen. Maar omdat er tijdens de Napoleontische oorlogen te weinig vracht was werd de estufagem uitgevonden, een procédé waarbij de wijn in een soort ‘warme kamer’ op hoge temperatuur wordt gehouden.

Tegenwoordig is de estufa een ruime, centraal verwarmde kelder waarin de wijnfusten gedurende 6 maanden worden opgeslagen. Men laat de temperatuur langzaam stijgen tot 40° a 46°, waarna men hem in de loop van de 6 maanden weer tot de normale hoogte laat dalen, hetgeen ongeveer hetzelfde effect heeft als een reis om de wereld.

De zoetere Madera’s worden, alvorens ze de verwarmingskelder ingaan, versterkt met eau-de-vie terwijl dat bij de droge soorten pas na de gisting en na de estufagem wordt gedaan.

De wijn die niet estufado is wordt Canteiro genoemd. Wanneer hij uit de estufa komt moet de Madera een estagio ondergaan, d.w.z. een rustperiode van 18 maanden om zich te herstellen van de behandeling. Vervolgens wordt hij met wijnen uit voorgaande jaren vermengd tot diverse soleras. Na deze versnijding laat men hem nog een tijdje rusten om de diverse elementen de tijd te geven zich met elkaar te combineren. Vlak voordat hij wordt geëxporteerd moet hij nog eenmaal worden versneden.

De Madera is de wijn met de langste levensduur. Men vindt zelfs nog enkele flessen van vóór de phylloxera-epidemie. Om eerlijk te zijn is het proeven van zo’n wijn eerder een onvergetelijke gebeurtenis dan een waar genoegen.

Wijntypen op Madeira

Er bestaan op Madeira 4 verschillende typen wijn waarvan elk is genoemd naar de druivesoort waarvan hij is gemaakt; deze wijnen kunnen variëren van droog tot zeer vol en zoet. Het zijn:

Sercial. De beste van de droge Madera’s die uitstekend past bij soep en een welhaast spreekwoordelijke begeleider is geworden van schildpadsoep. Het ontbreekt deze wijn, die nu eens bleek van kleur is en dan weer goudgetint, dikwijls aan body; hij is echter altijd droog en heeft een prachtige neus. De beroemde schrijver en wijnkenner André Simon beschreef hem eens als ‘een ziel met een neus’.

Verdelho. Deze is milder en heeft iets meer zoet dan de Sercial, met een duidelijk droge afdronk. Ook de Verdelho smaakt uitstekend bij soepen en is zoals bekend een voortreffelijk begeleider van schildpadsoep. In de Victoriaanse tijd was het mode om aan gasten ’s morgens een plakje cake met een glaasje van deze Madera te offreren.

Bml (Boal). Voller en zoeter dan de 2 vorige, met een karakteristiek bouquet en een kleur die van roestbruin tot donkerbruin kan gaan. Ontegenzeglijk een dessertwijn.

Malmsey. Wordt gemaakt van de Malvoisie-druif. Een zeer zoete, volaromatische wijn. Opmerkelijk evenwichtig met een mooi bouquet. Dit Madera-type is uitnemend geschikt voor na de maaltijd. Verder vindt men ook de volgende namen op Maderaflessen:

Rainwater. Dit is een versnijding. Oorspronkelijk een merknaam die in het gebruik de meer algemene naam is geworden voor een bleek en licht Madera-type, wat uit het woord ook al valt op te maken. De smaak van deze wijn kan variëren van droog tot lichtzoet.

Southside. Een andere, minder droge versnijding dan Rainwater die voornamelijk in de Verenigde Staten voorkomt.

Soleras millesiméos (met een jaartal). Evenals vele Franse wijnen het jaartal van hun oogst op het etiket vermelden bestaat er ook Madera met het jaartal van een solera. Dit woord, dat zowel vóór als na het jaartal wordt geschreven, betekent niet dat de wijn alleen uit dat speciale jaar dateert, want het fust werd van tijd tot tijd bijgevuld met een jongere wijn die soortgelijke eigenschappen en kenmerken bezat. De gemiddelde leeftijd van een solera mag op ongeveer 80 jaar worden geschat. Dit zijn altijd uitzonderlijk goede wijnen.

De grote wijnhandelaren verenigd in de Madeira Wine Association zijn Blandy’s Madeiras Lda., Leacock & Co. (Wine) Lda. (waarvan de stichter zich in 1741 op Madeira vestigde), Rutherford & Miles Ltd., Cossart Gordon & Co. Ltd., T.T.C. Lomedino Lda. (een firma die een opmerkelijke voorraad oude wijnen bezit), Shortridge Lawton & Co. Ltd., F.F. Ferraz Lda., Luis Gomes (Vinhos) Lda. en Freitas Martins Caldeira Lda. Andere firma’s die geen deel uitmaken van de Wine Association zijn Henriques & Henriques, H.M. Borges, Vinhos Barbeito, Marcel Gomes & Cia Lda. en Veiga Franca & Co.Ltd.

In zijn zeer uitgebreide boek Portuguese Wine noemt Raymond Postgate ook Avery uit Bristol, die, hoewel hij geen groothandelaar is, ‘een unieke collectie Maderawijnen bezit die uit allerlei bronnen afkomstig zijn... De oudste is een Verdelho uit 1846’.