Wijn & drank Encyclopedie

Jan Zellenrath (1979)

Gepubliceerd op 04-05-2021

Canada

betekenis & definitie

De wijngaarden van Canada zijn met name te vinden op het schiereiland van de Niagara, in het zuiden van Ontario en in het dal van Okanagan in Brits Columbia. De eerste van deze 2 streken is verreweg de belangrijkste.

Geschiedenis van de wijn

Volgens de Noorse sagen was Leif de Gelukkige de eerste die Noord-Amerika ontdekte. Hij gaf het de naam Vineland vanwege de overvloed aan wilde wijnstokken die hij daar dacht aan te treffen, maar wat in werkelijkheid een soort blauwe bosbessen schijnen te zijn geweest. Zij die er voor het eerst wijn van maakten, miswijn, waren ongetwijfeld Franse missionarissen. Inderdaad kan men in Relation des jésuiles pour 1636 van Lejeune het volgende lezen: ‘Op sommige plaatsen staan veel wilde wijnstokken, beladen met druiven. Sommigen hebben er voor de aardigheid wijn van gemaakt. Ik heb ervan geproefd en hij leek me erg goed.’ Zo luidt het eerste geschreven woord over de wijnbouw in Canada.

Maar het was pas veel later dat hij commercieel van belang werd, en wel dank zij de invloed van een Duitser en niet van een Fransman. In 1811 vestigde John Schiller, oud-korporaal, zich in Cooksville bij Toronto in Ontario. Hij plantte er wijnstokken en richtte zich in om wijn te gaan produceren. De Canadezen zien dit tijdstip als het begin van hun wijnindustrie. In 1890 besloegen de wijngaarden op het schiereiland van Niagara al meer dan 2000 ha. Nu is dat meer dan 10 000 ha.

Bovendien vindt men 1000 ha wijnland in de Okanaganvallei in de binnenlanden van Brits Columbia, waar een handelaar in Hongaarse wijnen, Eugène Rittich, in de jaren ’20 wijnstokken plantte. De wijnboeren in het westen dankten hun welvaart niet aan hun lokale druiven, maar aan de uit Californië geïmporteerde druiven. Tot in de jaren ’60 werd vrijwel alle ‘Canadese’ wijn in Brits Columbia gemaakt uit Califomische druiven. In die tijd werd besloten het percentage Okanagan-dmiven dat aanwezig moest zijn in wijnen die het plaatselijk etiket voerden, vast te leggen. Dit is thans vastgesteld op 65%. De 2 belangrijkste wijngebieden produceren samen 728 000 hl en verder maakt een aantal wijnboeren in de oostelijke provincies een niet onaanzienlijke hoeveelheid wijn met behulp van geconcentreerd druivesap, ofschoon deze methode hoe langer hoe minder wordt toegepast.

In de wijngaarden gebruikt men voornamelijk Noordamerikaanse druivesoorten. Deze blijven de hoeksteen van de Canadese wijnindustrie, al vervangt men hen langzamerhand door Europese hybriden en bepaalde rassen van de Vitis Vinifera. Aanvankelijk dacht men dat deze in Canada niet zouden aanslaan, maar onderzoek en ervaring bewezen het tegendeel. De wijngaarden die beschikken over jonge wijnstokken van deze soort zijn nog beperkt van oppervlak, maar er is daar sprake van een sterke uitbreiding. Het centrum van het wetenschappelijk wijnonderzoek in Canada is het onderzoekstation te Vineland, van het ministerie van Landbouw van Ontario. Hier zijn meer dan 300 rassen wijnstokken onderzocht, en de arbeid van dit centrum is bijzonder succesvol geweest.

Men heeft de veeport-wijn ontdekt, waaruit de populaire ‘port’wijn wordt geproduceerd. Hoewel in het verleden de meeste in Canada geproduceerde wijn van het zoete, likeurachtige type was, neemt de vraag naar tafelwijnen al geruime tijd sterk toe. Deze maken momenteel ongeveer 40% van de totale produktie uit. Afgezien van deze tafelwijnen wordt het merendeel van de overige produktie gemengd. Deze mengsels van wijnen uit verschillende jaren en wijngaarden rijpen op houten vaten. In tegenstelling tot de Europese gewoonte dienen in Canada de wijnen door de producenten zelf in de handel te worden gebracht.

In alle provincies, met uitzondering van Ontario, mogen de wijnboeren slechts verkopen aan de overheidsinstelling die het monopolie heeft van de verkoop van alcoholhoudende dranken, via hun eigen winkelketen, aan de gebruikers, inclusief hotels en restaurants. In Ontario kunnen de wijnbouwers ófwel verkopen aan de overheidsinstelling voor de alcoholcontrole, die een 600-tal winkels voor de detailverkoop exploiteert, ófwel via een beperkt aantal detailzaken op coöperatieve basis direct aan de consument.

In 1916 stemden 8 provincies van het toenmalige dominion Canada vóór het verbod van verkoop van alcoholische dranken, maar de wijnboeren van Ontario bleef het voor de wind gaan, want hier heeft men nooit een verbod op de alcohol ingevoerd. (De provincie Quebec verzette zich tot 1919 tegen de verkoop van alcohol, maar verbood daarna alleen gedistillleerd.) Onder het geldende verbod - dat in 1927 weer grotendeels werd afgeschafft - bezat elk der 51 wijnhuizen in Ontario een vergunning voor wijnverkoop. Het aantal van die vergunningen is tot op de dag van vandaag nog niet veranderd, ofschoon de belangrijkste huizen verschillende vergunningen tegelijkertijd bezitten.

De in staatswinkels verkochte wijn is over het algemeen zeer duur, gezien de hoge rechten waarmee de Europese importwijnen zijn belast. Misschien is dit een van de redenen dat Canadese particulieren samen evenveel wijn maken als officiële wijnbouwers. Er zijn veel Canadezen die hun eigen wijn maken van plaatselijke of Californische druiven, of zelfs met geconcentreerd druivesap uit de oostelijke provincie.

Canadese wijngebieden

Ongeveer 90% van de Canadese druiven is afkomstig van de alluviale gronden van het vruchtbare schiereiland Niagara, dat wordt begrensd door het Ontariomeer, het Eriemeer en de rivier de Niagara. De belangrijkste wijngebieden liggen ten westen van de Niagarawatervallen en aan de overzijde van het Ontariomeer, gezien vanuit Toronto. Het merendeel van de wijnstokken is geplant meer dan 100 m hoog op de hellingen van Niagara, ofschoon onlangs vele wijngaarden zijn verplaatst naar de top van deze hellingen waar de grond vruchtbaarder is. Hoewel het klimaat van het land in het algemeen koud en streng is, heeft de streek van Niagara een gemiddeld wijnbouwseizoen van 173 dagen. Dicht bij de grote waterwegen kent Niagara in feite meer vorstvrije dagen dan vele andere zuidelijker gelegen streken. De winters zijn er zacht, met temperaturen van gemiddeld -4 tot -1 graden. Matige regens, een warme zomer en een langdurige herfst vormen de voorwaarden voor een wijnbouw met goede oogsten.

Bijna driekwart van de Canadese wijn wordt geproduceerd op dit schiereiland, door 8 van de 25 grote wijnboeren van het land. De druivenproduktie van het schiereiland wordt slechts overtroffen door zijn appelproduktie, die de belangrijkste fruitteelt van Canada uitmaakt. De Labrusca-druiven zoals Concord, Niagara, Elvira, Ahawam, Catawba en Fredonia - met een zurige (madre) smaak - hebben de overhand, maar men kweekt er ook sommige Franse hybriden. Een van deze, de Chaunac, staat op het punt het op één na belangrijkste ras van de streek te worden. Aan de rand van de stad Niagara Falls is T.G. Bright & Co, de grootste Canadese wijnproducent gevestigd; daarheen werden na de Tweede Wereldoorlog door Adhémar de Chaunac, een Franse chemicus, stekjes van de Vitis Vinifera en bepaalde soorten hybriden geïmporteerd, zelfs voordat ze in de Verenigde Staten werden ingevoerd.

De Bright-wijnstok is ontwikkeld uit de Pinot noir en de Pinot Chardonnay, waaruit men sinds de jaren ’50 een witte mousserende wijn maakt. De firma Bright vervaardigt ook een Gewürztraminer met goede resultaten. De andere belangrijke wijncentra van de streek zijn Chateau Gai in Niagara Falls, die zijn druiven koopt bij de lokale wijnbouwers, en de firma Andres in Winona. De Jordan Winery, met zijn wijnmuseum in Twenty Mile Creek, is eveneens de moeite waard. Ofschoon de wijngaarden zijn geconcentreerd op het schiereiland Niagara, zijn er ook andere goederen, verspreid over het zuidelijk deel van Ontario. Toronto kent 2 wijngoederen: de huizen Cartier en Turner, en zelfs Windsor in het westen, aan de andere kant van de rivier vanuit Detroit gezien.

Op 2500 km ten westen van de wijngaarden van Ontario bevindt zich de wijnstreek van het Okanagandal in Brits Columbia. Gelegen tussen de Trepanier-hoogvlakte en het Monasheegebergte ten oosten van Vancouver strekt dit dal zich uit over 100 km ten zuiden van het Okanaganmeer. Evenals in het oosten werkt de nabijheid van het meer matigend op het klimaat. Het wijnbouwseizoen duurt er 185 dagen. De bevloeiing met het water van het meer en van de bergrivieren vormt een goede aanvulling op de geringe regenval, die daar niet meer dan 20 a 30 cm per jaar bedraagt. Helaas specialiseren de wijnbouwers van deze streek zich in het maken van een halfzoete, Portachtige wijn met een alcoholpercentage van ca 15%, dus veel meer dan normale tafelwijnen.

Weliswaar wordt deze uitermate zoete wijn weer in zijn evenwicht gebracht door een voldoende hoog zuuren tanninegehalte, die hem toch drinkbaar maken. De wijnboeren van Okanagan worden aangemoedigd om Franse hybriden en wijnstokken van het type Labmsca te planten. De Vitis Vinifera kan ook goede resultaten opleveren, vooral wanneer men de produktie per ha niet al te zeer opvoert. De Canadese wijnindustrie heeft intussen een zodanig peil bereikt dat zij niet meer dergelijke hoeveelheden sterke likeurwijnen hoeft te fabriceren, maar zich meer kan wijden aan de betere tafelwijnen. Dank zij de toegenomen vraag naar tafelwijnen, speciaal uit de Verenigde Staten, kan de Canadese industrie zich voortaan toeleggen op het produceren van kwaliteitswijnen, bereid met goede druivesoorten. Tafelwijnen vormen nu al 90% van de totale verkoop.

CANADESE WHISKY