Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Gepubliceerd op 11-05-2017

Brood

betekenis & definitie

Het dagelijks brood, (fig.) het dagelijks voedsel, het levensonderhoud.

Brood, als wijdverbreid basisvoedsel, staat in vele talen door alle eeuwen heen ook voor ‘voedsel’, ‘levensonderhoud’ in het algemeen. Vaak wordt het ook in de bijbel als zodanig genoemd. Het dagelijks brood is dan ook niet noodzakelijk een exclusief bijbelse uitdrukking, maar de bekende eerste bede in het Onze Vader: ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’ (Matteüs 6:11; zo ook Lucas 11:3, nog in de NBG-vertaling) zal zeker tot de verspreiding hebben bijgedragen. De NBV kent deze uitdrukking niet meer.

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 22724. Ghef ons dat daghelixe brod. (Geef ons het dagelijks brood.)

Bijbelcitaat: Liesveldtbijbel (1526), Matteüs 6:11. Onse dagelics broot geeft ons heden.

Gebruiksvoorbeeld: Trek recht uw rug en arbeid voor uw dagelijks brood. (I. Gerhardt, Verzamelde Gedichten, 1980 (Woestijn, 1951), p. 122)

Gebruiksvoorbeeld: En altijd maar ploeteren op de vette klei voor het dagelijks brood. (N. Schuttevaêr-Velthuys, Wolken met zilveren randen, 1993, p. 96)

Gebruiksvoorbeeld: De strijd om het dagelijks brood wordt door sluipschutters en artillerie-beschietingen een levensgevaarlijk avontuur. (Journaal, apr. 1993)

Niet bij brood alleen, niet alleen voor het materiële (leven wij).

Al in het Oude Testament (Deuteronomium 8:3) kan men lezen, dat de mens niet alleen van het brood leeft. In de woorden waarin Jezus deze uitspraak citeert in de evangeliën, en dan in de formulering van de Statenvertaling, de mensche en sal by broodt alleen niet leven, is de uitdrukking bekend geworden. Niet alleen het materiële telt, maar ook het geestelijke, het woord van God: ‘De mens leeft niet van brood alleen, maar van ieder woord dat klinkt uit de mond van God’ (Matteüs 4:4, NBV). De uitdrukking kreeg een nieuwe impuls doordat in 1977 een CDA-rapport onder deze titel verscheen. Er wordt regelmatig gevarieerd op brood: het wordt vervangen door een andere materiële zaak, vaak in een context waar er niet-materiële belangen tegenover worden gesteld. Om de puntige vorm blijkt deze frase geliefd te zijn in krantenkoppen. Schertsenderwijs wordt zij ook gebezigd bij het ronddelen van hapjes en drankjes: niet bij brood alleen, maar af en toe ook iets lekkerders.

Bekendheid van de uitdrukking blijkt ook uit de variaties die erop gemaakt worden, zoals: ‘Christiaan, de gezellige, leefde niet alleen bij retorten en kwadranten. Hij toerde door Londen, van de St Paul’s in aanbouw tot het paleis in Windsor’ (E. Keesing, Constantijn en Christiaan. Verhaal van een vriendschap, 1983, p. 123).

Bijbelcitaat: Rijmbijbel (1271), v. 22230-31. Jhesus sprac niet ne leuet die man. / Allene bi den broede dan. (Jezus sprak: De mens leeft niet alleen van het brood.)

Bijbelcitaat: Statenvertaling, Matteüs 4:4. De mensche en sal by broodt alleen niet leven, maer by alle woordt, dat door den mont Godts uytgaet.

Gebruiksvoorbeeld: We leven natuurlijk niet bij brood alleen maar de wereld wordt wel meer en meer gedomineerd door economische factoren. (NRC, juni 1994)

Gebruiksvoorbeeld: Maar kristen-demokratie is niet een zaak van brood alleen. Het CDA is een waardenpartij. (De Standaard, dec. 1995)

Gebruiksvoorbeeld: [Kop:] Niet bij beton alleen. De vermaatschappelijking van Rijkswaterstaat. (NRC, 23-5-1998)

Gebruiksvoorbeeld: Niet bij vlees alleen: New-Age-adepten verklaren de seksuele daad weer ‘heilig’, een bezielde bezegeling van het verbond tussen man en vrouw. (NRC, 11-6-1999, p. 29; het eerste deel is de kop.)