nieuw
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Wiktionary (2019)
nieuw - Bijvoeglijk naamwoord 1. recentelijk gemaakt ♢ Dat is het nieuwe huis dat gisteren pas afgerond is. 2. recentelijk ontdekt ♢ Dit is een nieuwe diersoort. 3. huidige. ♢ Ik heb een nieuwe fiets, want de vorige...
Muiswerk Educatief (2017)
nieuw - bijvoeglijk naamwoord 1. wat nog niet lang bestaat of nog niet gebruikt is ♢ ik heb nieuwe kleren aan 1. nieuwe aardappelen [pas geoogst] 2. nieuwe bezems vegen schoon...
Marc de Coster (1998)
1. die haalt de -e aardappels niet,wordt schertsend gezegd wanneer iemand hoest. Ja, je doet lelijk en ’t zal de vraag zijn of je de nieuwe aardappeltjes nog haalt... (Willem van Iependaal: Adam in ongenade, 1938) 2. Een -e lente, een nieuw geluid,aanhef van het gedicht Meivan Herman Gorter (1864 -1927), tevens zijn debuut. Van deze beroemde versr...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. bn. bw. (-er, -st), 1. pas ontstaan, jong: nieuwe groenten, aardappelen, haring; — er is een nieuw zusje gekomen; 2. pas gemaakt, gebouwd, ontgonnen enz.: hij woont in een van de nieuwe huizen aan de Singel; mijn boekhandelaar zendt mij alle nieuwe boeken ter inzage ; de nieuwe kieswet; 3. pas ontw...
M. J. Koenen's (1937)
1. bn., bw. (het tegengest. van oud: nog niet lang bestaande, pas gemaakt, pas verschenen enz.; ongebruikt, vers, tot nog toe onbekend): het nieuwe jaar, nieuwe schoenen, een nieuwe druk; nieuwe haring, v. d. nieuwe vangst; dat is nieuw voor mij, ongewoon, vreemd; nieuwe groenten, eerste; een nieuwe mode; elke maand een nieuwe meid, andere; het Nie...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: