Methode van inkuilen, genoemd naar de Duitse uitvinder HARDELAND, waarbij het eiwitrijke gewas machinaal fijngemaakt en met het suikerrijke toevoegmiddel innig wordt gemengd. Als toevoegmiddelen worden bieten, melasse, gestoomde aardappelen, wcipasia en weipoeder gebruikt.
Rauwe aardappelen geven een minder goed resultaat als toevoegmiddel en worden daarom niet aangeraden. Bij suikerrijke producten, als b.v. suikerbietenkoppen en -loof, oude stoppelknollen, is geen toevoegmiddel nodig.Bij een goede uitvoering biedt de H. een grotere kans van slagen dan een van de andere tot nu toe bekende wijzen van inkuilen.
Het kuilvoeder verkregen volgens de H. wordt HARDELAND-kuil genoemd en bevat bij goede bereiding geen of zeer weinig boterzuur. De ingekuilde producten moeten echter zeer zindelijk worden gewassen. Dit is voor bouwlandproducten vaak een bezwaar. Als ze verontreinigd zijn met rotte delen, mestdeeltjes of grond, wordt het kuilvoer niet gaarne door het vee opgenomen.