Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Glucosiden

betekenis & definitie

noemt men verbindingen, die door hydrolyse onder invloed van zuren, basen of enzymen worden gesplitst in glucose en een verbinding, welke een hydroxylgroep beval, maar die in de regel niet tot de groep der koolhydraten behoort, het aglucon. In plaats van glucose kan ook een andere hexose of een pentose in het g. zijn gebonden.

De eenvoudigste g. zijn de beide methyl-g., die synthetisch (door inwerking van methanol op glucose bij aanwezigheid van zoutzuur: zijn verkregen. Hun structuur laat zich van α- en β-glucose afleiden door daarin de hydroxylgroep van het eerste koolstofatoom door de CH3O-groep te vervangen.

De methyl-g. gaan niet gemakkelijk in elkaar over, dit in tegenstelling tot α- en β-glucose. Opmerkelijk is verder, dat maltase, het enzym, dat maltose hydrolyseert, alleen het α-methyl-g. en niet de β-vorm splitst. Daaruit concludeert men, dat in maltose een α-glucose-molecuul met zijn hydroxylgroep aan het eerste koolstofatoom met een hydroxylgroep van een tweede glucose-molecuul heeft gereageerd. Het enzym emulsinase is in staat β-methyl-g. en andere β-glucosidisch gebonden verbindingen te splitsen.

In plant en dier komen tal van g. voor, waaruit door hydrolyse o.a. de volgende agluconen ontstaan: blauwzuur en benzaldehyde (z. Bittere amandelolie), mosterdoliën, saponinen, anthocyanen, flavonen.

< >