Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Structuur

betekenis & definitie

1. (bodemk.) Omdat we onder de s. de ruimtelijke rangschikking van de bodemcomponenten verstaan (z. Bodemstructuur), komt s.verbetering neer op een herordening in die zin, dat het poriënvolume wordt vergroot, de waterhuishouding wordt vergemakkelijkt en de luchttoetreding tot de plantenwortels wordt verbeterd (kruimelstructuur).

Mechanisch kan dit geschieden door bewerking (z. Bewerkbaarheid); indirect kan dit plaatsvinden door drogen en vriezen; uiteraard speelt het vochtgehalte van de bodem een grote rol. Er bestaat dan ook een samenhang tussen klimaat en het voorkomen van bepaalde s.Aan het oppervlak van de kleinste bodemdeeltjes ( z. Adsorptiecomplex) komen ionen voor. Hun aanwezigheid bepaalt in hoge mate de aard van de s. I.h.a. veroorzaken 1-waardige ionen een dichtere en dus slechtere s. dan 2-waardige. Bij een gunstige s. wordt ca 4/ 5 van het adsorptiecomplex door 2-waardige ionen ingenomen. Verbetering van s. kan dus worden bewerkstelligd door toevoeging van 2 waardige ionen in de vorm van kalk (z.

Bekalken). Zijn de gronden zuur, door uitspoeling van de kalk, dan kan men koolzure kalk toedienen. Door verlaging van de zuurgraad wordt het microbenleven gestimuleerd, waardoor de kruimels grotere stabiliteit verkrijgen. In geval de grond door overstroming met zout water teveel natrium bevat, geeft men bij voorkeur geen koolzure kalk, omdat dan tevens de pH wordt verhoogd, waardoor de kleideeltjes weer meer peptiseren en de samenstelling tot kruimels wordt verhinderd. In dit geval verdient het aanbeveling gips te geven, dat beter oplost dan koolzure kalk. terwijl de pH niet wordt verhoogd. Zuiderzeepolders behoeven geen gips, omdat bij het droogvallen van de grond door

oxidatie sulfaat wordt gevormd, dat met de aanwezige koolzure kalk (in de vorm van schelpen) gips levert, waardoor geen s.-verval plaats heeft. Op zandgronden werken organische meststoffen, zoals stalmest, compost en groenbemesters, structuurverbeterend, doordat de ontledingsproducten de zandkorrels tot kruimels aaneenklitten. Een versterkte microflora en ook de regenwormen, welke op organische stof zijn gesteld, werken mee aan een gunstige open bodemstructuur. Ten slotte kan een juiste vruchtwisseling de s. gunstig beïnvloeden, waarvan vooral het wisselen van bouwland met kunstweide een goed vb. is. Structuurverval treedt op bij een bedrijfsvoering, vooral op zandgrond, waarbij niet voldoende aandacht aan de voorziening van de grond met organische stof wordt besteed en te eenzijdig met kunstmest wordt gewerkt. De aard van de kunstmest is hierbij eveneens van belang.

Ammoniumhoudende meststoffen werken physiologisch zuur en ontkalken de bodem, waardoor structuurverval kan optreden. Natriumhoudende meststoffen geven aanleiding tot de vorming van natrium-klei. Deze is gekenmerkt door een slechte s. en wordt bij vochtige grond tot een stijve, taaie pasta, welke bij indroging harde kluiten vormt. Dit is reeds het geval, als 5% van de geadsorbeerde basen uit natrium bestaat. Praktisch is dit eigenlijk alleen van betekenis bij lichte zavelgronden, welke van nature reeds slempig zijn. Vlak voor of na het zaaien toegediende chilisalpeter kan hierbij korstvorming veroorzaken, wat de opkomst van het gewas bemoeilijkt.

2. (plantensoc.) S. noemt men het patroon van een plantengezelschap in ruimte en tijd; in de tijd zich uitend in seizoenaspecten (z. ook Periodiciteit), in de ruimte in sociabiliteit, etagebouw (z. Laag) e.d.