Politieman, behorend tot de rijkspolitie, die zijn functie uitoefent op een motorfiets: motoragent; (coll.) motorpolitie.
Een motoragent of een motorrijkswachter noemen wij beeldend een zwaantje, GALLE 1970, 183.
Onze Zwaantjes zijn keiharde knapen ... Rustige maar besliste mensen. Op machtige motors. Met scherpe ogen op de weg. Met sterke handen aan het stuur, Panorama 22/8/1972, p. 18.
Uit het gesprek met de van Moorslede afkomstige rijkswachtofficier viel af te leiden, dat de Zwaantjes ... in meer dan één geval door de vingers zien en alleen een procesverbaal opstellen als de overtreding ernstig is, Uit een wetenschappelijk artikel 1973.
Met hun nieuwe BMW’s zullen de Zwaantjes en ook de Autowegenpolitie van de rijkswacht zich zoveel mogelijk laten zien. Ieder weldenkend burger is immers overtuigd van de noodzaak der rijkswachtaanwezigheid op de openbare weg, Touring 7/7/1976, p. 7.
Jan en alleman kreeg applaus, zelfs de zwaantjes, die met hun motors het défilé afrondden, Gazet v. Antw. 22/7/1977.
Een zwaantje brengt de auto van Piet Kwak tot stilstand en zegt tot de chauffeur: - U hebt veel te snel gereden, T.V.-strip 19/5/1978, p. 35.
Proces-verbaal ... ja, daarom ben ik zo laat ... . Mijn fiets hé, ik dacht vanmorgen: pracht van een weertje, ik rijd met de fiets naar het werk ..., en dan opeens, op 500 meter van hier, de zwaantjes ... Afstappen, meneer ... Of meneer van het bestaan ven een taksplaat afwist, Uitzending BRT 25/3/1980.