Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vierkantig

betekenis & definitie

Als bnw.: duidelijk, direct, niet verbloemend enz.;

- als bijw. van wijze: zonder omwegen, direct, pardoes; zonder iets te verbloemen, vlakuit;
- ook als bijw. van graad: geheel en al; duidelijk; in de standaardt. wel: vierkant;
- in zelfst. gebr.: een vierkantige, een vierkante kerel, iem. die ronduit spreekt.

Hij is een durver, een vierkantige, ene uit den helen, en vader laat hem naast Breughel leven als een man, zoals Breughel gaarne zelf was geweest, LIA TIMMERMANS 1962, 89.

Men mag zich dus niet tevreden stellen met gestroomlijnde gebeden of nietszeggende formules, maar eventueel in harde, vierkantige gebeden, uitspreken wat ons aangaat, Kerk en Leven (ed. Brussel N.-O.) 17/2/1977, p. 14.

Dan zijn er vervelende geleerden gekomen die mij op vierkantige wijze hebben kunnen overtuigen dat Rubens niet te Lier geboren is, Gazet v. Antw. 5/7/1977.

< >