Inz. als herenkledingstuk: korte jas, al of niet bij een pak behorend: jasje, colbert(je), colbertjasje; ook: (leren) jek (als bovenkledingstuk).
- In de 2de aanh. als dameskledingstuk.
- Zie ook vest.
Mijnheer, zei hij, hier is mijne pardessus, kunt ge daar nog rie schone veston uit maken? Pallieterke 24/3/1949.
De Hoogvrouw is daar al, met ... haar pelsen veston, en haar groen-wollen rijbroek, TEIRLINCK 1952, 1, 98.
Zij heeft hem een modieus veston laten maken, en het zit als gegoten aan zijn lenig lichaam, TEIRLINCK 1952, 2, 63.
Grote keus lederen vestons, Boom 17/6/1977.
Sam.: sportveston, sportjasje, jek enz. (Teletip 24/1/1978, p. 15. Sportvestons en blazers, Koerier 24/5/1978);
- vestonkostuum, (thans w.g.) combinatie, colbertkostuum, in de modetaal thans: composé.