Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

vergetelheid

betekenis & definitie

Het vergeten-zijn (van iets); nalatigheid, verzuim; ook: vergeetachtigheid.

Natuurlijk mag ze zolang de kuur van 20 of 21 dagen duurt, niet vergeten de pil te nemen. Elke vergetelheid vermindert de betrouwbaarheid van de metode aanzienlijk, Vrouw en Wereld febr. 1974, p. 24.

De gasuitlatingen bleken, na onderzoek, afkomstig uit de garage. Daar stond de wagen van de heer des huizes, die doodgewoon vergeten had zijn motor af te zetten bij het thuiskomen. Deze kleine vergetelheid bracht de tien mensen in het ziekenhuis, Gentenaar 12/4/1977.

- Vaak in de verb. bij vergetelheid, door nalatigheid; ook: bij verzuim.

Het middel heeft een uitgestelde werking zodat men het best een half uur vóór de reis inneemt. Bij vergetelheid kan men het poedertje of pilletje tijdens de reis nemen, Vrouw en Wereld juli/aug. 1975, p. 38.

Je hebt het kelderluik bij vergetelheid laten openstaan. Er komt iemand voorbij, valt erover en breekt zijn been, Vrouw en Wereld febr. 1977, p. 38.

Vrienden en kennissen die bij vergetelheid geen rouwbericht mochten ontvangen, gelieve dit als dusdanig te willen aanzien, Laatste Nieuws 30/7/1980. Ook o.a.: Limburg 28/8/1976. Gentenaar 26/7/1977.

Opm.: In de standaardt. nog in enkele vaste verb.: in vergetelheid raken, aan de vergetelheid onttrekken.