Landweg, veldweg.
Hij gaat het park door en dan langs de boomgaarden de veldwegel in, DE COREL 1949, 121.
Drie zwarte gestalten, twee nog nadat Laporte bij de kruising van twee veldwegels in de beschutting van een rij knotwilgen achtergebleven was, VAN AKEN 1965, 56.
Alle kennen ze hem ..., met de lichtbak of het geweer, sluipend met zijn lange schreden langs bospaden en veldwegels, CLAES 1976, 48.
Gans de geschiedenis van de fatale donderdagmorgen werd overgedaan, waarbij vertrokken werd van het veldwegeltje, Gazet v. Antw. 9/6/1977.