Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

tonelist

betekenis & definitie

Acteur, toneelspeler, toneelkunstenaar.

De tonelisten (droegen) in aanzienlijke mate bij tot het behoud van een eigen Vlaams cultureel leven, Maand jan. 1977, p. 17.

Jonge tonelisten zijn wel eens het slachtoffer van die periode, waarin men het konventioneel teater meteen wilde likwideren, Gazet v. Antw. 31/7/1977.

Opm.: In de standaardt. volledig veroud., hoewel nog (zonder restrictie) vermeld in versch. handwdb.

< >