Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

taxistop (taxi-stop)

betekenis & definitie

Systeem om lifters tegen betaling mee te nemen, m.n. als oplossing voor het slecht functionerend openbaar vervoer buiten de grote steden; in ’t bijz.: organisatie ter bevordering van het zgn. poolen, waarbij werknemers, die dagelijks op vaste tijden een bep. afstand moeten afleggen, samen in één auto rijden.

Openbaar vervoer met privé-wagens. Lifters doen aan taxistop, Standaard 19/8/1976.

Wat is eigenlijk «Taxi-stop»? Een institutionalisering van het liften. De lifter betaalt aan de chauffeur een vergoeding in de vorm van zegels. Dat gebeurt evenredig met het aantal kilometers dat de lifter meerijdt. De zegels kunnen door de chauffeur van de wagen worden ingeruild tegen brandstof, Touring 22/10/1976, p. 19.

Protest tegen invoering van taxistop, Gazet v. Antw. 21/5/1977.

Afl./Sam.: taxistopper (De taxi-stoppers worden door onze vereniging verzekerd. Bovendien wordt er voor een sluitend systeem gezorgd dat de veiligheid van de bestuurder en de taxi-stopper waarborgt, Touring 22/10/1976, p. 19);

- taxistopsticker (Er zijn nu al Taxi-stop-stickers te koop, Touring 22/10/19-76, p. 19);
- taxistopsysteem (De syndikale en patronale afvaardigingen ... tegen de invoering van het zogenaamde taxi-stop-systeem alsmede tegen het volgens hen onwettelijk gebruik van de benaming taxi, Gazet v. Antw. 21/5/1977).