Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

rijven

betekenis & definitie

Harken; gewest, ook: raspen.

De grond was overal bewerkt, het onkruid eruit gehaald; hij was doorsneden en doorploegd, omgespit, verkneed en gereven, en daar lagen de velden nu, heerlijk in verschillende bruinen gevierkant, TIMMERMANS 1966, 237.

Van de toekomst hebben ze geen schrik - hakken en rijven in den hof, Gazet v. Antw. 19/9/1977.

Ook o.a.: VAN HEMELDONCK 1945, 76.

Sam.: binnenrijven (zie ald.).

< >