In het middelbaar onderwijs: ben. voor de hoogste klasse van de zgn. Oude of Grieks-Latijnse Humaniora, waar m.n. de bestudering van de klassieke redevoeringen op het programma staat; - ook als coll.: groep van leerlingen uit de genoemde klasse; in Nederl.: laatste klasse van het gymnasium.
In een later palmares las ik immers, dat onder de tien eersten van rhetorika er vijf waren die geen greintje geregeldheid bezaten, onder de tien laatsten slechts één, CLAES 1950, 201.
Mijn hele middelbare studies heb ik met één truttig liniaaltje gedaan. Ik had het voor een paar franken gekocht toen ik in de zesde zat en ik had het nog toen ik in de rethorika zat, VAN DEN BROECK 1972, 132.
Dat de retorika een afscheidsfuif georganizeerd had met deelnemers van het andere geslacht, Gentenaar 13/5/1977.
Sam.: retoricaleerling (Informatiedagen V.U.B. Voor retoricaleerlingen en leerlingen uit de tweedes, Maand febr. 1977, p. 26);
- retoricaleraar;
- retoricastudent (Het lijkt ongelooflijk dat je twaalfjarige zoon ééns de lengte haalt van een retoricastudent, die je toevallig op de koer ontmoet, Vrouw en Wereld dec. 1977, p. 17).
