In versch. toep.: het terugwinnen, het weer goedmaken (van een uitgegeven bedrag e.d.); in de sportt.: het goedmaken (van een achterstand), ook: vermogen om te of het herstellen van lichamelijke inspanningen.
- Zie ook de Opm. bij recupereren.
Snelle recuperatie van aankoopprijs door kostenbesparing, Advert. (ed. Rupel) 24/8/1976.
Eddy bleef zonder repliek op demarrages van de klimmers. Hij zag Thurau, eveneens gelost, honderd meter voor hem over de top gaan, maar de rekuperatie is weg. Hij, de meester-daler, kreeg de opening niet meer dicht, Gazet v. Antw. 19/7/1977.
Sam.: recuperatiedag, (sportt.) rustdag, inz. dag om weer op krachten te komen (na een zware inspanning) (Renners die ... vandaag zouden toeslaan in de lange etappe naar Maze - Montgeoffroy daar waar andere ploegen er eerder een rekuperatiedag zouden willen van maken, Gazet v. Antw. 4/7/1978); vermogen, (sportt.) vermogen om snel te herstellen van een zware inspanning (Je moet eens nagaan wanneer ik de kloof heb gemaakt in de ronden, die ik gewonnen heb. Zelfs in 1969, mijn beste jaar, gebeurde dat in het tweede gedeelte van de Tour, nooit in de eerste dagen. Het heeft te maken met rekuperatievermogen, waarover ik nooit te klagen heb gehad, Gazet v. Antw. 7/7/1977).
