Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

rammeling

betekenis & definitie

Pak slaag, afranseling, afrossing.

Hij hoorde een bijtend-kwade wijvenstem hem achterna roepen dat hij straks een rammeling zou krijgen, maar de Witte deed alsof hij ’t niet hoorde, CLAES 1955, 47.

Vergezeld van de nog ietwat hinkende Tineke, die steeds niet volkomen hersteld is van de rammeling die hij heeft gekregen, BOON 1975, 228.

Waarom hij dit gedaan had? Om aan de bekoring te ontkomen een koppel een rammeling te geven, zei hij, Gazet v. Antw. 21/6/1977.

Opm.: In de standaardt., althans boven de Moerdijk, ongebr.

- Zie ook WNT XH-3, 242.