Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

privaat

betekenis & definitie

In de schrijft, in Vl.-België vrij frequent (als pur. voor fr. privé), in toep. waar in de standaardt. privé, soms ook particulier of eigen wordt gebruikt.

- Zie ook de Opm.

- Ter illustratie is hieronder een beperkt aantal voorb. opgenomen.

Ik moet dringend telefoneren. Op het bureau staat er een telefoon, zei nonkel Louis. Laat dat maar, zei ik, het is een private aangelegenheid, PAUWELS 1971, 100.

Privaat domein van 67 hektaren met bijna 2 km zeestrand, Knack 18/4/1973, p. 139.

Openlucht-spelen voor private tuinen en speelpleinen, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 17.

Nieuwbouw voorzien van alle modern komfort, zowel voor de private kamers als voor de gemeenschappelijke delen, als keuken, TV- en ontvangstzaal, sanitaire inrichtingen, douches, enz., Westkust 19/8/1976, p. 13.

Er schort iets aan het gemeenschapsvervoer in en rondom onze gemeente. Dit ervaart men best wanneer er een private wagen ontbreekt, Uit een Informatiefolder Boom sept. 1976.

Zo meende hij, ondanks zijn private kritiek en persoonlijke milde houding ten overstaan van mensen in levensmoeilijkheden, openlijk latere Romeinse uitspraken, die duidelijk onvoldoende recht laten wedervaren aan conciliaire inzichten, eer te moeten bejegenen met volgzame kritiek dan met kritische volgzaamheid, Alumni 1977, 2, 5.

Firma gevestigd te Antwerpen vraagt toezichter voor haar private parking, Gazet v. Antw. 10/6/1977.

Dat heeft de toepassing voor gevolg van de wet... over de vergoeding van schade aan private goederen door natuurrampen, Gazet v. Antw. 31/7/1977.

Privaat bureel leent geld op handtekening, Gentenaar 20/7/1977.

Opm.: In de standaardt. wordt privaat steeds meer verdrongen door privé, behalve in enkele geijkte sam. of kopp. als privaatcollege, -les (college, les aan huis tgov. privé-college, -les, les aan één persoon), privaatdocent, privaatonderwijs en privaatrecht(elijk). In Woordfreq. is privaat(-) niet geattesteerd.

Sam./Kopp.: privaatbezit (De Meester moet inzien dat het leven ... gedeeld werd door een vrouw en dat het als beider privaatbezit moet worden beschouwd, TEIRLINCK 1952, 2, 163);

- privaatcollectie (Schilderijen uit privaatkollektie, Knack 18/4/1973, p. 6);
- privaatdetective (Zij bleef stokstijf staan, greep dan naar de privaatdetectief, als wilde zij hem ranselen, stamelde verwarde klanken, waarna zij in roepen en huilen uitbarstte, ZIELENS z.j., 69);
- privaatparking, privé-parkeerplaats (A.C. stelde gratis haar privaatparking voor auto’s beschikbaar, Teletip 23/5/1978).

< >