Wat is de betekenis van privaat?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

privaat

1) (1976) (circus) iemand wiens voorouders niet in de piste stonden. • Voor Charles Matla de piste inging, was hij in het grafische vak. 'Ik heb jaren gewerkt bij Proost en Brand op het Rusland ... ook een goeie tijd want ik leerde er Wil, m'n vrouw kennen... zij is een échte privaat. Het is de terminologie van de circusmensen: 'privaat...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

privaat

privaat - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pri-vaat 1. niet door de overheid, maar door burgers ingesteld ♢ er loopt een private procedure tegen hem 1. leven als een private persoon [zonder ambteli...

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

privaat

privé, particulier Nooit hielden de gevechten er op. Wij hadden zo iets nooit gekend, maar tussen al dat gespuis ontstond een gevoel voor privaat eigendom. Het mijne en het dijne werd iets, dat ook tussen ons zijn betekenis ging krijgen. (Louis Paul Boon, De bende van Jan de Lichte) Privaat', zoals in 'private eigen...

2024-04-25
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

privaat

Toilet; de plaats waar je iets doet dat vroeger ongenoemd moest blijven. Oorspronkelijk als een afzonderlijk gebouwtje. Het woord is een verkorting van het Latijnse ‘camera’ of ‘domus privata’, waarin we het aspect afzonderen terugvinden. Het WNT citeert o.a. H. Junius (‘Nomenclator omnium rerum propria nomina variis linguis explicata indicans’. 15...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

privaat

(bn.) privé [als opschrift], persoonlijk [op een brief] - private weg, eigen weg, privé-weg. Rooigem ligt langs het beschermde Rooigemdomein tussen de Moerkerkse Steenweg en de Aardenburgse Weg. De stad wil volgens gemeenteraadslid Jean-Marie Bogaert (NV-A) deze private weg opnemen in een recreatieve wandel- en fietsroute. - H...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Privaat

[Lat. privatus = de bijzondere persoon betreffend (tegenover de staat), van privare, -atum = afzonderen, van privus = afzonderlijk] I zn toilet; II bn particulier, persoonlijk, niet openbaar, zonder ambt (persoon); een particulier betreffend (bijv. bezit); bijzonder, aan één persoon v...

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Privaat

particulier; niet openbaar; toilet (vero.)

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

privaat

In de schrijft, in Vl.-België vrij frequent (als pur. voor fr. privé), in toep. waar in de standaardt. privé, soms ook particulier of eigen wordt gebruikt. - Zie ook de Opm. - Ter illustratie is hieronder een beperkt aantal voorb. opgenomen. Ik moet dringend telefoneren. Op het bureau s...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

privaat

gemak(shuisie); afsonderlik; nie in openbaar nie.