Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

ontslag

betekenis & definitie

In de volg. verb. als gall.: zijn ontslag geven (naar fr. donner sa démission), zijn ontslag aanbieden, indienen, (aan)vragen; ook: aftreden, ontslag nemen (als -); - zijn ontslag krijgen, ontslagen worden.

Ik heb dus mijn ontslag gegeven als voorzitster van onze toneelkring „Gloriant”, omdat ik gewoon niet meer aan bod kon komen om zelf toneel te spelen, Vrouw en Wereld febr. 1974, p. 10.

Nu alles vlot, denk ik eraan van mijn taak als voorzitster over te dragen en mijn ontslag te geven, Vrouw en Wereld dec. 1974, p. 10.

Nadat schepen van Financiën R. M. van Oostende zijn ontslag heeft gegeven uit de Oostendse gemeenteraad ... werd thans zijn opvolger bekendgemaakt, Centenaar 23/5/1977.

Opm.: In de standaardt. wel: iem. (eervol) ontslag geven, verlenen.

Sam. afl.: ontslaggevend, aftredend, soms bep.: demissionair.

< >