Wat is de betekenis van Ontslag?

2023-10-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ontslag

ontslag - Zelfstandignaamwoord 1. het verbreken van het dienstverband met een werknemer Bij deze reorganisatie kregen een groot aantal werknemers hun ontslag. 2. Beëindiging van een ziekenhuisopname Na ontslag uit het ziekenhuis moet de patiënt vaak nog t...

2023-10-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ontslag

ontslag - zelfstandig naamwoord uitspraak: ont-slag 1. het zeggen dat iemand niet meer voor je mag werken ♢ de man kreeg ontslag 2. het naar huis mogen gaan ♢ de vrouw werd uit het ziekenhuis on...

Direct toegang tot alle 15 resultaten over Ontslag?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-01
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

ontslag

- zijn ontslaggeven, zijn ontslag indienen, ontslag nemen. En je zou maar de pech hebben, als gemeenteraadslid, datje broer huwde met een ander gemeenteraadslid, al dan niet van dezelfde partij, want ook dan moet een van beiden ontslag geven. - DS, 26-06-2002.

2023-10-01
Management begrippenlijst

Drs. J. Heemstra & Drs. H.E. Wijnberg (1991)

Ontslag

Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst. Zie verder Opzegging en Opzegtermijn. We volgen hier drie ontslagbegrippen, die door niet-juristen nogal eens door elkaar worden gehaald. 1. De dringende reden voor ontslag op staande voet. 2. Van kennelijk onredelijk ontslag is sprake indien bij afweging van alle belangen de rechter van oordeel is dat h...

2023-10-01
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

ontslag

In de volg. verb. als gall.: zijn ontslag geven (naar fr. donner sa démission), zijn ontslag aanbieden, indienen, (aan)vragen; ook: aftreden, ontslag nemen (als -); - zijn ontslag krijgen, ontslagen worden. Ik heb dus mijn ontslag gegeven als voorzitster van onze toneelkring „Gloriant”, omdat ik gewoon niet m...

2023-10-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ontslag

s.n., ûntslach (it); — krijgen, dien krije, jins jild krije, de koer krije de sek opkrije; — nemen, maeije nimme; tussentijdsgeven, nemen, maeije, meitsje; overal zijnkrijgen, gjin weide hilde kinne.

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ontslag

o., het ontslaan of ontslagen worden. 1. het vrijlaten van iem. uit de macht van een ander: ontslag uit de macht van ouders of voogden. 2. daad waarbij men iem. uit zijn bediening ontslaat, congé: ontslag van een ambtenaar; zijn ontslag vragen, verzoeken, nemen, krijgen;eervol ontslag, ter aanduiding dat...

2023-10-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ontslag

o. (handeling, waardoor men iem. ontslaat): iem. zijn (eervol) ontslag geven; zijn ontslag vragen, verzoeken, nemen, krijgen, indienen; ontslag van rechtsvervolging, verklaring, dat geen termen tot vervolging (meer) bestaan; België: ontslag van beschuldiging; ontslag uit de gevangenis; ontslag van een gevangene, het loslaten.

2023-10-01
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Ontslag

1° O. uit den militairen dienst doet de verhouding tot de weermacht eindigen. Het o. der officieren kan volgens de Ned. Grondwet alleen naar door de wet gestelde regels geschieden. O. is tevens een bijkomende straf in het Wetb. van Mil. Strafrecht. De mil. rechter kan het o. uitspreken bij elke veroordeeling tot gevangenisstraf van een militair...

2023-10-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

ontslag

(ont'slach) o. het ontslaan inz. 1. (1) het ontheffen : van rechtsvervolging. 2. het ontslaan (3) uit een bediening : zijn aanbieden, verzoeken, vragen; zijn indienen; nemen; iemand (zijn)geven, verlenen; eervol -, ter aanduiding dat de eer van de ontslagene bij het ontslag ongemoeid bliift.

2023-10-01
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Ontslag

beteekent in het algemeen: het ontslaan van iemand uit de macht van een ander, bijv. van een kind uit de macht van ouders of voogden, van een ambtenaar uit zijn dienst; voorts: ontslag vragen, verzoeken, nemen, krijgen, geven, verieenen; zijn ontslag indienen ; ontslag van rechtsvervolging van iemand, die niet strafbaar is, enz. Op kerkelijk gebied...

2023-10-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

ontslag

o. (-en), 1. het vrijlaten van iemand uit de macht of hoede van een ander: uit de macht van ouders of voogden, uit de militaire dienst, uit het ziekenhuis; 2. het beëindigen van de verplichtingen uit hoofde van een arbeidsovereenkomst (e): eervol ontslag ; iemand (zijn) ontslag geven, verlenen; zijn indienen (gew.: geven). Ontslag uit dienstv...

2023-10-01
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Ontslag

Ontslag - ontheffing of opzegging van een ambt of dienstbetrekking.

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ontslag

o. het ontslaan, het vrijlaten van iem. uit de macht van een ander: ontslag uit de macht van ouders of voogden; de daad waarbij men iem. uit zijn bediening ontslaat; ontslag van een ambtenaar; — eervol ontslag, ter aanduiding dat de eer van den ontslagene bij het ontslag ongemoeid blijft; iem. (zijn) (eervol) ontslag geven, verleenen; zijn on...

2023-10-01
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Ontslag

z.n.o. - Afscheid, afdanking. Die lieden hebben eervol ontslag bekomen. Hy heeft ontslag van dat schip.