Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

naamtekenen

betekenis & definitie

(Een brief) (ondertekenen; signeren, inz. van een schrijver: (een boek) van een handtekening voorzien; - in de verb. genaamtekende cheque, ook: cheque op naam (in tegenst. met cheque aan toonder).

De vermeldingen naast B en C dienen gedag- en genaamtekend door de leveranciers, Taalb. 1967, III, 84.

U moet die brief nog naamtekenen, Taalb. 1973, III, 179.

In de nacht van 21 op 22 februari pleegde hij er een inbraak maar hoe hij ook beukte om de safe te kraken, hij moest zonder centen afdruipen. Hij kon enkel een vijftigtal genaamtekende chequeboekjes meenemen, Gazet v. Antw. 1/6/1977.

Afl.: naamtekening, handtekening, signatuur.