I. Als vz.
Al of niet verb. met van, in de bet.: afhankelijk van -.
In Brussel zou het FDF een vooruitgang van zowat 11 procent hebben geboekt, ten nadele van socialisten en liberalen, naargelang van het kanton, Nieuwsblad 18/4/1977.
Naargelang de dagen zijn er vertoningen te 20 (20.30) en 15 uur, Gazet v. Antw. 2/10/1977.
Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: overeenkomstig, in overeenstemming met -; naargelang (van) de omstandigheden; ook als voegw.: naarmate.
II. Als bijw.
Naar verhouding, navenant.
De initiatiefnemers beweren dat de gezondheidszorg in ons land, die achter de muren van instellingen gebeurt, veel geld kost, en naargelang weinig succes oplevert, omdat deze instituten niet voldoende voor nazorg kunnen instaan, Bond 27/8/1976, p. 3.
