Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

laattijdig

betekenis & definitie

(Te) laat, niet tijdig, inz. m. betr. t. handelingen, gebeurtenissen e.d. die later plaatsvinden dan normaal of gewenst is.

Alsof dit voor zijn laattijdige terugkomst van de eenzame kreken, waar hij thuis voor bekeven wordt, een verontschuldiging is, zegt Simon Landsman dat enz., WEYTS 1950, 107.

Abdon moet nochtans voor zichzelf bekennen, dat een tegeninvitatie, die inderdaad twee maanden uitblijft, te laattijdig komt om nog voor hoffelijk te worden gehouden, TEIRLINCK 1952, 1, 21.

Ietwat laattijdig komt er op dit ogenblik een scherpe reaktie los bij sommige vrouwen tegen het tv.-programma „De boom van de tuinman”, Vrouw en Wereld mei 1976, p. 32.

Belangstellenden of mensen die nog laattijdig een zinvolle vakantie zoeken ... kunnen steeds terecht bij het Nationaal Secretariaat, Kerk en Leven (ed. Mechelen) 12/8/1976, p. 4.

Omdat heel wat Belgen elk jaar de gewoonte hebben hun kijk- en luistergeld niet of laattijdig te betalen, bedacht de dienst „Kijk- en Luistergeld” van het ministerie van Verkeerswezen ... een middel om die mensen tot spoedige betaling aan te zetten, Gentenaar 12/6/1977.

Runderen: 3.000 stuks en 23 laattijdig aangekomen, Laatste Nieuws 30/7/1980.

Ook o.a.: VANDEN MAELDERE 1946, 27. VAN HEMELDONCK 1946, 88.