Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

duffelen

betekenis & definitie

(Iem.) warm inwikkelen, onder de wol stoppen, (in bed) instoppen; ook wederk.

Zij heeft onmiddellijk de plaats ontdekt die haar werd toe bedacht, achteraan, in de vachten. Zij duffelt er zich warm te midden en men ziet haar haast niet meer, TEIRLINCK 1952, 1, 102.

Sam.: aanduffelen, (iem., zich) warm aankleden (Allebei gingen ze zich aanduffelen, ieder een beremuts over het hoofd en pelsen aan het lijf, TIMMERMANS 1966, 195); induffelen (zie ald.).

< >