Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

accident

betekenis & definitie

1. Storend voorval, onvoorziene gebeurtenis, incident; soms bep.: geschil.

Dat Hongarije voortaan met alle macht van middelen tegen Welriekende in het harnas treedt, is een accident zonder diepgaande gronden, TEIRLINCK 1952, 2, 103.

2. Probleem, moeilijkheid; inz. in de verb. zonder accidenten.

Bij de andere klanten ging ik niet hoger dan twee mark voor mijn eigen, en ik geraakte zonder aksidenten van mijn waar af. Daar waren er wel die het te veel vonden, maar weigeren deed er toch geen een, CLAES 1960, 84.

Opm.: In de standaardt. veel minder frequent gebruikt dan in de spreekt, in Vl.-België, m.n. in de bet. ‘ongeluk, inz. verkeersongeval’ (zie ook BROUWERS 1978, 218).