Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 11-06-2023

hol

betekenis & definitie

1) (19e eeuw) (plat) aarsopening, gat, achterste. Reeds bij Boekenoogen (1897) en bij Cornelissen & Vervliet (Idioticon van het Antwerpsch Dialect. 1899-1906). Ook het Engelse 'hole' is een platte term voor de anus of de vagina. 'Hou je hol dicht': je moet geen winden laten. In Assendelft gebruikt men de nevenvorm 'hollewiet' voor achterste.

• Een fikse schop onder je hol. (Arie B. Hiddema: Dag heer. 1970)
• (G.J. Boekenoogen en K. Woudt: De Zaanse volkstaal. 1821-1971)
• ... en ik heb er ook vaak heel diep zien bukken, je kon dan zo in d'r hol koekeloeren. (Haring Arie: Recht voor z’n raap. 1972)
• ..en een bos veren in je hol om de vijand van het slagveld te vegen, zeker! (Miep Diekmann: Total Loss weetjewel, 1973)
• Die vrouwen daar die zijn zo lief. Die likken je hol uit. (Jan Wolkers: De walgvogel. 1974)
• En hij zag hem neuken, in haar hol, wat hij nooit had durven vragen omdat ze het vies zou vinden, zichzelf wel te verstaan, want wat maakte het hem nou uit als er stront aan zijn pik kwam, als hij haar maar voorover kon zien buigen, haar hoofd in haar nek, haar rug hol, overgeleverd. (Lydia Rood: Buslucht. 1992)
• Laat je niet in je hol zitten door een besmette lul. (Theo Van Gogh: Er gebeurt nooit iets. 1993)
• Met drie man in uniform erbij moest hij zich uitkleden en gebukt staan zodat ze in z’n hol konden kijken. (Willem Bijsterbosch: Van de wachters. 1997)
• Geef Ramp toch een reuzenschop onder z'n hol. (Maarten ’t Hart: De vlieger. 1998)
• Alens dan ook een windstoot uit haar hol vliegen die er niet om loog… (Herman Brusselmans: Uitgeverij Guggenheimer. 1999)
• Maar ze aten niks, ze gingen pas eten als de koperen ploert achter de kim was gezakt. En dan ook nog op de knietjes met hun hol omhoog, dat hoorde erbij. (Jurrien Dekker & Bas Senstius: De tafel van Spruit. Een multiculturele safari in Rotterdam. 2001)
• In no time stond ze in d’r blote hol. Maar toen ze piemelnaakt mijn hut uit wilde omdat ze moest pissen, stak ik daar wel effe een stokje voor. (Frans van Es: Who the fuck is Frans van Es? Een greep uit het leven van een marineduiker. 2002)
• Het is niet omdat je een vrouw gebeft hebt en haar hol gelikt, dat je meteen naar de dichtstbijzijnde tube tandpasta moet hollen. (Herman Brusselmans: De droogte. 2003)
• Nou ja, dan lagen ze maar vijf keer per dag op een goedkoop nep-Perzisch kleedje richting Mekka met hun hol omhoog … (Nelleke Noordervliet: Miss Blanche. 2004)
• Bang dat ze je als aankomend huisvader de ballen onder je hol vandaan knallen? (René Lancee: Kanonnenvlees. 2007)
• Ik moest in een soort tandartsstoel met de benen omhoog, en mijn homoseksuele dokter vuurde het ene schot na het andere af in mijn hol. (Marion Bloem: Meer dan mannelijk. 2011)
• ‘Yeah, suck it!’ gromde hij, terwijl hij zijn vinger diep in mijn hol duwde. (Eric Kollen: Jongenssprookjes. Deel 3. 2014)
• Als een briesend paard kwam ze klaar, blazend uit mond en neusgaten. Hij trok zijn duim uit haar hol, waarbij een duidelijk hoorbare wind haar ontsnapte. (Wilfried Hendrix: De solipsist. 2016)
• Slechts één keer had ze met een man in een bed vertoefd, een Koerdische vluchteling met wie ze medelijden had, en die z’n lul niet eens in haar kut had gestoken, maar in haar hol. (Herman Brusselmans: Poppy en Eddie en Manon en Roy Harper. 2016)
• Als jij je hol na het schijten met een nat lappie moet poetsen, dan eet je te weinig vezels. (Sylvia Witteman: We zijn hier niet in China. 2018)
• Dat je als commissaris tegenover een collega zit en denkt: heb ik nou ooit met mijn wijsvinger in jouw hol zitten wroeten of heb jij vijftig jaar geleden uit mijn bilnaad gelebberd? (Youp van ’t Hek: Lonely at the top. 2019)

2) (1991) (stud.) kamer.

• (Albert Gillissen & Paul Olden: Het eerste Nederlandse Studentenwoordenboek. 1991)
• (https://yoo.rs/studententaal-by-lissa, 27/08/2015)