Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-03-2021

reeds

betekenis & definitie

(1975) tussenwerpsel, kreet zonder betekenis bedacht door Wim T. Schippers en in de mond gelegd van Dolf Brouwers (alias Sjef Van Oekel). Een tijdje modieus in jeugdige kringen, maar tegenwoordig passé.

• Frieda is Agnes? Sorry hoor, maar dat volg ik even niet, reeds. (Theo Van Den Boogaard & Wim T. Schippers: Sjef van Oekel raakt op drift. 1985)
• Het absolute nulpunt werd 's avonds bereikt toen van 22.00-23.30 uur Sjef van Oekel optrad (vpro). Ongein, onmacht, ellende. Over de plé enz. ‘Reeds’ als woord te pas en te onpas door slecht Nederlands heen geworpen. (Wim Kan: De dagboeken van Wim Kan 1968-1983. De televisietijd. 1989)
• Als je vanwege je beroep veel onrijpe geschriften onder ogen krijgt, kan het je gebeuren dat je een allergische reactie ontwikkelt op bepaalde woorden waaraan je die onrijpheid afleest. Een van die woorden is voor mij 'reeds'. Het fungeert in onze taal als de wat deftiger variant van 'al' en past dus heel goed in het notaristaaltje dat sommige beginners menen te moeten uitslaan, als het om belangrijke zaken gaat. Of, zoals het WNT zegt in een mooi staaltje van die taal met 'thans' en 'slechts': "Thans is 'reeds' noch in het N., noch in het Z. meer bekend in de volkstaal, maar wordt het slechts in de schrijftaal of in vormelijke spreektaal gebruikt; 'al' is overal het gewone woord geworden." Soms is zo'n vormelijk gebruik van de oude schrijftaal komisch bedoeld. Wat 'reeds' betreft heeft die manier van praten zelfs epidemische vormen gekend. Je zou verwachten dat er na het uitwoeden van zo'n ziekte geen terugkeer van de oude symptomen meer verwacht kan worden. Maar het gebruik van 'reeds' in scripties en werkstukken lijkt er niet helemaal onder geleden te hebben. De zekerheid die het geeft, schijnt sterker te zijn dan het komisch effect. Als ik, om een willekeurig voorbeeld te noemen, ergens 'de oude Grieken' zie staan, weet ik twee dingen zeker: ten eerste dat hier geen deskundige aan het woord is en ten tweede dat de woorden bijna bezwerend voorafgegaan zullen worden door 'reeds'. En dat gebeurt dan ook altijd. Van humor is geen sprake, want het gaat om het behalen van punten. Dus, denk ik, is het geleerdheid of onbenul. Misschien is het een onbenullige imitatie van geleerdheid. Want 'reeds de oude Grieken' suggereert dat er een diepgaand onderzoek heeft plaatsgevonden naar de evolutie van de westerse cultuur. Die begon bij de oude Grieken en gezien de stormachtige vooruitgang, zou je denken dat die maar net begonnen waren op twee benen te lopen. Maar nu zien wij, geleerden, tot onze verbazing dat zij sommige dingen al hadden die wij nog hebben. Niet dat 'nog', maar dat 'al' wekt dan de verbazing. En omdat die verbazing een beetje schijnheilig is en uit ongeïnteresseerdheid voortkomt, moet zij in een heilige taal onder woorden worden gebracht, met veel 'reeds' en 'echter' daarin. (Cornelis Verhoeven in HP/ De Tijd, 22/09/1995)
• Vanaf 1972 tot ver in de jaren tachtig genoot Dolf Brouwers (’s mans eigenlijke naam) een waanzinnige populariteit. Zijn spraakgebruik was excentriek en archaïsch (met termen als ‘Pardon … réééds!’ en ‘Wie is U?’). (Han Lörzing: Mijn generatie. Een ode aan de babyboomer. 2015)