Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-01-2022

aan mijn lijf geen polonaise

betekenis & definitie

(19e eeuw) (inf.) ik moet er niets van weten. Oorspr. regels uit een matrozenlied? (zie eerste vindplaats). Polonaise verwijst hier niet naar een dans maar eerder naar een strak kledingstuk (voor zowel mannen als vrouwen) uit de 19e eeuw. Mogelijk betekent deze uitdrukking dus: 'zo'n strak ding wil ik niet aandoen.' Bij Boekenoogen (1897) vinden we : an me lijf geen quadrille! Er bestaan nog tal van andere grappige varianten, zoals: Aan mijn corpus geen fox-trott! Vgl. nog: ammenooitniet*; ammehoela*.

• Janmaat. Matrozenlied en Dans. Voordracht voor één of meer personen. 0.40. Ter perse Nieuwe Coupletten: „Dat doet mij veel plezier" en “Aan mijn lijf geen polonaise". (Nieuwsblad voor den boekhandel jrg 55. 1888)
• Nee ik moet d'r niks van hebbe; an míjn lijf geen polonaise! (M.H. van Campen: Bikoerim. 1903)
• Er zijn beslist heel wat uitdrukkingen in het boek van Dr. Stoett die geen Nederlandsch meer zijn in zekere zin of die het nog niet heelemaal zijn. Wie gebruikt nog bijv. niet iemand aanspannen, waarover straks nader, en wie kent al aan mijn lijf geen polonaise? (de Nieuwe Taalgids. 1915)
• (F.A. Stoett: Nederlandsche speekwoorden en gezegden. 1923-1925)
• Heb jij geen gawwer, Jo?
Nee, an mijn lijf geen polonaise, ik heb d’r genóg van. (Alex Booleman: Verdoemenis. Het leven van een speler. 1931)
• Peezen, zeggen ze, is goed voor de paarden. Aan mijn lijf geen pollenaze Onder de jongens van de vlakte wordt een zakkenroller een vinkendresseur genoemd. Een kraker is een inbreker, een miggelaar, iemand, die op den uitkijk staat, een snees een opkooper, een priemerik een landlooper, een pompertje een valsche sleutels en een potsvrijer iemand, die met kwartjesvinders uitgaat om uit te kijken.(De nieuwe Nederlander, 09/04/1947)
• „Aan mijn lijf geen polonaise”, zei ik, „Lijsten met namen en adressen afgeven, an-me-nooit-niet”. (het Vrije Volk, 02/07/1949)
• Trouwen? Aan mijn lijf geen polonaise. (Max Dendermonde: De dagen zijn geteld. 1955)
• Begrijpelijk dat die lui vriendelijk waren en hun best deden; zo'n interessant geval kwamen zij niet elke dag tegen. Maar wat schoot je er mee op? Je werd door die pottekijkers gebruikt en als ze je voldoende hadden uitgemolken, zetten ze je voor schandaal. Aan haar lijf geen polonaise, zij geen proef konijn! (Maurits Dekkers: Het andere. 1957)
• pollenaaze, 1. polonaise; 2. drukte, hinder. Jo, maak nie soon pollenaaze. - An mein leif chéén pollenaaze, ik moet er niets van hebben; ik bedank ervoor. (A.P.M. Lafeber: Het dialect van Gouda. 1967)
• Toen ik een jaar zo gewerkt had, bezeten van haar en haar lichaam, kreeg ik weer een opdracht. Voor een gebouw van het Rode Kruis. Maar het leek wel of de duvel ermee speelde, want het moest weer een moeder met een kind worden. Ze zei meteen, aan mijn lijf geen polonaise. (Jan Wolkers: Turks Fruit. 1969)
• Ik moet dat niet, het is net mooi genoeg zo, ’s zondags zie ik haar twee keer als ik met haar naar de kerk ga en dat is meer dan zat, voor de rest aan mijn lijf geen polonaise. (Maarten ’t Hart: De aansprekers. 1979)
• Ook flirtte ik nog met Bobs metgezellin, maar zij zei: ‘Aan mijn lijf geen polonaise’ en ik verliet het gebouw, indachtig het woord van Polonius ‘To thine own self be true.’ (Piet Grijs en anderen: …. Honderd. Ik kom! 1982)
• 'Altijd maagd gebleven, mevrouw,' piepte Fernaud, terwijl hij Cato een grote rookwolk toeblies, 'van de beste getuigen voorzien; aan mijn lijf geen polonaise...' ' (Simon Vestdijk: Ivoren wachters. 1984)
• De vrouw had een hekel aan kinderen. ‘Aan mijn lijf geen polonaise,’ zei ze. (Monika van Paemel: De vermaledijde vaders. 1985)
• Aan hun lijf geen polonaise, wat gaan we nou beleven zeg. (Ilja Leonard Pfeijffer: Het ministerie van specifieke zaken. 2011)
• Een gabber van me heeft laatst een hartoperatie gehad. Zagen ze je van hier tot hier open. Kundig dat ze het kennen. Maar aan mijn lijf geen polonaise. (Eva Hoeke: De stad, de kroeg en de man. 2014)
• Dus als je er straks prijs op stelt koste wat kost opgelapt te worden mag je wel flink gespaard hebben, want dan moet je het zelf betalen. Aan mijn lijf geen polonaise van chirurgen, zelfs al had ik het geld. (Pogingen om iets van het leven te maken. Het geheime dagboek van Hendrik Groen, 83 ¼ jaar. 2014)
• Goed begrepen, Egon baby? Aan mijn lijf geen bolognaise! (Wilfried Hendrix: De solipsist. 2016)
• Maar het kan ook komen door de uitdrukking ‘aan mijn lijf geen polonaise’. Want de polonaise was ook een heel strak kledingstuk uit de achttiende eeuw, las ik in een artikel van het Genootschap Onze Taal. Zo’n strakke jas die niemand aan wilde, en het kan zijn dat we dat gevoel in de eenentwintigste eeuw eindelijk durven af te werpen. (Japke-D. Bouma: Mag ik even iets tegen je aanhouden? 2018)