(Duits: Znaim), stad in de vroegere Tsjechische prov. Moravië (de indeling in provincies is sedert 1948 verlaten), bij de Oostenrijkse grens en aan de linkeroever van de Thaya, telt ca 20 000 inw.
De stad heeft een Gothische kerk (1348), een Gothisch stadhuis, een oud klooster uit 1222, overblijfselen van een burcht van Moravische markgraven, een aardewerkschool en een wijnbouwschool. Vóór Wereldoorlog II bestond het merendeel van de bevolking uit Duitsers, die echter na deze oorlog werden uitgewezen. De stad was vroeger de hoofdstad van een hertogdom onder gezag van Bohemen. In 1145 werd zij verwoest. Koning Ottokar bevorderde de vestiging van Duitse kolonisten en stichtte in 1226 het latere Znaim.
