deel van een buisleiding voor het transport van gassen of vloeistoffen, waarmede waterlopen worden gekruist. De zinkerbuis ligt meestal in een in de bodem van de waterloop gebaggerde sleuf.
Voor kleinere zinkers, zoals er ontelbare in Nederland liggen, is de klassieke wijze van aanbrengen zodanig dat men de zinkerbuizen geheel gereed in een stellage boven de plaats hangt en de buizen dan in de vooraf gebaggerde sleuf laat zakken.Bij druk scheepvaartverkeer en ook bij bredere waterlopen is dit niet wel mogelijk en voert men de zinkerbuizen drijvende aan en laat ze ter plaatse zinken. In de jongste tijd zijn verschillende zeer lange zinkers gemaakt, o.a. de aanvoerleiding voor vloeibare brandstof, die in 1944 is gelegd van Engeland naar de Normandische invasiehavens (Operatie Pluto). De grootste permanente zinker is in 1951 gebouwd van Zeeuwsch-Vlaanderen (Griete) naar Zuid-Beveland (Baarland), waarmede de Wester-Schelde wordt gekruist. Door deze zinker kan de cokesfabriek te Sluiskil lichtgas leveren aan Zuid-Beveland. De zinker bestaat uit 3 buizen met een inwendige middellijn van 10 cm, elk lang ca 4,5 km. Elke buis bestaat uit 2 stukken, een zuidelijk, lang 2 km, gemaakt op de wal van Zeeuwsch-Vlaanderen, en een noordelijk, lang 2,5 km, gemaakt op de wal van Zuid-Beveland.
Deze helften zijn door sleepboten naar elkaar toegetrokken en op een zandplaat midden in de WesterSchelde bij laag water aan elkaar gelast. In Aug. 1953 is de zinker in gebruik genomen, toen de aansluitende leidingen te land gereed waren.
IR j. TH. RIETVELD.