Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ZEVENSLAPERS VAN EPHESE

betekenis & definitie

werden reeds in het begin der 6de eeuw te Ephese vereerd. In de oudste Latijnse documenten, die over hen spreken, luiden hun namen aldus: Achillidis, Diomedes, Eugenius, Stephanus, Probatus, Sabbatius, Quiriacus.

Doch in het Martyrologium worden geheel andere namen vermeld, nl. Maximianus, Malchus, Martinianus, Dionysius, Joannes, Serapion, Constantinus. Zij zouden, volgens een bekende legende, tijdens een Christenvervolging onder keizer Decius (dus midden der 3de eeuw) nabij Ephese in een hol zijn gevlucht om pas te ontwaken in het midden der 5de eeuw. Zij zouden voor het geloof in de verrijzenis hebben getuigd. Men weet niet juist hoe deze legende is ontstaan; volgens sommige geleerden is zij van Syrische, volgens andere van Griekse oorsprong. In het Romeins Martyrologium worden zij 27 Juli vermeld; de Oosterlingen vieren hen 2 of 4 Aug., 22 Oct. en ook 7 Mrt.Bibl.: de legende is uitg. d. A. Allgeiler in Oriens Christianus (i9i5/’i8), vgl. Neugriech.-byz. Jahrbücher III (1922), blz. 311331; M. Huber, Die Wanderlegende v. d.

Siebenschläfern (1930); Forschungen in Ephesos IV, 2 (Baden b. Wien 1937)-

< >