Russisch Marxistisch criticus, literair- en kunsthistoricus (1870-1929), was van 1904 tot 1910 professor aan de Moskouse Universiteit, waar hij wegens revolutionnaire sympathieën werd afgezet. Na de October-revolutie werkte hij als commissaris van Buitenlandse Zaken bij de Moskouse Sovjet en wijdde zich daarna vnl. aan literair-maatschappelijke studies.
Hij was dekaan der literaire Faculteit van de Eerste Moskouse Universiteit en gaf de eerste Marxistische geschiedenis der Westeuropese literatuur, waarbij hij de verschillende stijlperioden in verband bracht met de sociale formaties en de klassenstrijd.Bib!.: Otsjerk po istorii zapadnojewropejskoj literatoery (1910, schets van de gesch. der Westeuropese lit.); Poezija kosjmarow i oezjasow (1912, poëzie van nachtmerries en verschrikkingen); Zapadnojewropejskaja literatoera 20 veka (1926, Westeuropese literatuur der 20ste eeuw); Sjekspir (1926, Shake speare); L. N. Tolstoj (1929); Sotsiologija Iskoesstwa (1927, sociologie der kunst).