Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WLADIMIR (grootvorst)

betekenis & definitie

naam van twee grootvorsten van Kiew, uit het huis Rurik.

Wladimir de Grote

of de Heilige (gest. 15 Juli 1015) deelde na de dood van zijn vader Swjatoslaw in 972 met zijn twee broeders Oleg en Jaropolk het rijk, waarbij hijzelf Nowgorod kreeg (en Jaropolk Kiew). In de hierop volgende bloedige broederstrijd kwamen Oleg en daarna (door toedoen van Wladimir) Jaropolk (de laatste in 977) om het leven, waarna Wladimir alleen regeerde. Hij onderwierp alle Oost-Slaven en streed tegen de Wolga-Bulgaren en de Petsjenegen. Zijn belangrijkste daad was zijn overgang tot het Byzantijnse Christendom, dat reeds tevoren enkele aanhangers in Rusland had, o.a. Wladimir’s grootmoeder Olga.

Wladimir had keizer Basilios II militaire steun verleend tegen belofte Basilios’ zuster Anna tot vrouw te krijgen. Toen Basilios wegens Wladimir’s heidendom aarzelde, nam Wladimir de Griekse handelsstad Cherson en bereikte zijn doel, maar liet zich met zijn leger dopen. Over de betekenis van deze bekering z Rusland, geschiedenis. Volgens de Russische kroniek werd Wladimir van een losbandige heiden tot een vroom Christen. Hij is na zijn dood heilig verklaard.

Wladimir Monomach

(1053 - 19 Mei 1125, regeerde van 1113-1125), kleinzoon van Jaroslaw de Wijze, was bij leven van zijn vader reeds vorst van Smolensk en Tsjernigow. Hij vocht met de opdringende Aziatische stam der Polowtsen en bereikte hierbij de lang door hem nagestreefde eenheid der Russische deelvorsten (1097). Hij werd tot grootvorst gekozen door de Kiewse burgers tegen de troonsopvolgingsbepalingen in; weldra bracht hij bijna geheel het toenmalige Rusland onder zijn bestuur. Van belang is zijn Poutsjenie (Leerbrief, 1117) aan zijn zoons —- een zowel staatkundig als literair document, waaraan een autobiografie is toegevoegd.

< >