Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

WILTON FIJENOORD

betekenis & definitie

N.V., Dok- en Werfmaatschappij, gevestigd te Schiedam, ontstond uit een tweetal Rotterdamse scheepsbouwbedrijven. De eerste daarvan groeide uit een in 1854 door Bartel Wilton te Rotterdam opgerichte smederij, waar al spoedig scheepsmachines en andere scheepsonderdelen werden gerepareerd.

Dit bedrijf breidde zich snel uit; het werd in 1895 omgezet in de N.V. Wiltons Machinefabriek en Scheepswerf. In 1918 werd een belangrijk gedeelte der installaties naar Schiedam overgebracht waar uitgebreide terreinen waren aangekocht. Een van de eerste werken daar uitgevoerd was de bouw van het s.s. Statendam van de Holland-Amerika Lijn, lange tijd het vlaggeschip der Nederlandse vloot. In 1921 werd het gehele aandelenkapitaal der maatschappij groot ƒ 1 250 000 tegen een koers van 2000 pct ingebracht in de N. V.

Wiltons Dok en Werf Maatschappij,
die als houdstermaatschappij ging optreden. Het aandelenkapitaal van deze onderneming bedroeg aanvankelijk ƒ 25 millioen, doch moest in 1924 als gevolg van de naoorlogse malaise worden teruggebracht op ƒ 19 millioen.

De tweede tak van de onderneming was de N.V. Maatschappij voor Scheeps- en Werktuigbouw „Fijenoord", gevestigd te Rotterdam, die was ontstaan uit de reeds in 1823 op initiatief van G. M. Roentgen opgerichte Nederlandse Stoomboot Maatschappij.

In 1928 besloten „Wilton” en „Fijenoord” tot een nauwere samenwerking en dit leidde in 1929 tot een fusie tussen beide maatschappijen. Bij deze fusie werden de aandelen van „Fijenoord” omgeruild tegen aandelen van de N.V. Wilton’s Doken Werfmaatschappij, waarvan de naam werd gewijzigd in Dok- en Werfmaatschappij Wilton-Fijenoord N. V. Het aandelenkapitaal van deze vennootschap werd daarbij op ƒ 15 450 000 gebracht.

In 1933 wist de vennootschap alle aandelen van de N.V. Hollandsche Industrie- en Handelmaatschappij tJSiderius” te verwerven, terwijl de onderneming voorts in 1939 in belangrijke mate geïnteresseerd werd bij de Machinefabriek en Scheepswerf van P. Smit Jr N.V. en via deze bij de N.V. Scheepswerf en Machinefabriek „Waalhaven”. Overigens leed het zeer conjunctuurgevoelige bedrijf gedurende de depressie der jaren dertig zulke belangrijke verliezen, dat in 1937 het kapitaal met 70 pct moest worden gereduceerd. In 1942 werd de structuur van de vennootschap in dier voege gewijzigd, dat alle activa en passiva van de in liquidatie tredende dochterondernemingen Wilton’s Machinefabriek en Scheepswerf en Maatschappij voor Scheeps- en Werktuigbouw „Fijenoord” overgingen op de vroegere houdstermaatschappij.

Wilton-Fijenoord oefent thans haar bedrijf uit te Rotterdam, Schiedam en IJselmonde, daar beschikt zij over havens, hellingen, terreinen en dokken. Er is een vijftal dokken in bedrijf waarvan het grootste 46 000 ton meet; het werd in 1943 gebombardeerd doch is na de oorlog weer hersteld. De financiële resultaten waren na de oorlog bevredigend: het dividend bedroeg in de jaren 1946 t/m 1952 resp. 6, 7, 7, 7, 8, 9, 11 pct.

J. E. ANDRIESSEN

Lit.: P. J. Bouman, Gedenkboek Wilton-Feyenoord (1954).

< >