Nederlands waterbouwkundige (Breda 26 Oct. 1845-Arnhem 13 Nov. 1907), werd opgeleid tot genie-officier en deed na 1866 als zodanig dienst te Maastricht en Utrecht. Van i Sept. 1873 af was hij leraar aan de Militaire Akademie te Breda, tot hij in 1882 in dienst kwam bij de genie te Amsterdam; van 1887-1890 was hij secretaris van het comité voor geniezaken te VGravenhage.
Badon Ghijben heeft veel gepubliceerd over het Nederlandse vestingstelsel en de waterlinie. Het belangrijkst is wellicht zijn onderzoek naar de mogelijkheid van putboring te Amsterdam ter wille van de watervoorziening in geval van insluiting. Uit de resultaten der boringen kwam hij tot een nieuwe opvatting omtrent het diluvium, waarop het alluvium in Holland rust.Bibl.: Anoniem verscheen: De nieuwe Hollandsche waterlinie en hare verbetering naar de eischen des tijds (Breda 1874). Voorts publiceerde G.: De plannen tot droogmaking van de Vecht, in Mil. Speet. (1881); Een oude strijd, in Mil. Gids (1883); Nota in verband met de voorgenomen putboring nabij Amsterdam, in Verh. Kon. Inst. van Ing. (1888-1889).