Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Wilhelm WIEN

betekenis & definitie

Duits natuurkundige (bij Fischhausen, Oost-Pruisen, 13 Jan. 1864 - München 31 Aug. 1928), studeerde wiskunde en natuurwetenschappen te Göttingen, Berlijn en Heidelberg en promoveerde in 1886 te Berlijn. Vervolgens wijdde hij zich nu aan het landbouwbedrijf op zijn vaderlijk goed in Oost-Pruisen; toen dit in i8go verkocht was, studeerde hij verder te Charlottenburg onder Helmholtz en deed onderzoekingen over warmte-straling en de meting van hoge en lage temperaturen.

In 1892 werd hij docent aan de Berlijnse universiteit, in 1896 buitengewoon hoogleraar te Aken en in 1899 gewoon hoogleraar te Göttingen. Het volgend jaar werd hij Röntgen’s opvolger te Würzburg. In 1911 verwierf hij de Nobel-prijs voor natuurkunde voor zijn onderzoek van de wetten der warmte-straling. In 1920 ging hij over naar de universiteit van München, waar hij de licht-uitstraling van atomen bestudeerde.

Bibi.: Lehrbuch der Hydrodynamica (1900); Über die Gesetze der Wärmestrahlung (1912); Vorlesungen über neuen Problemen der theor. Physik (1913); Kanalstrahlen (1913); Aus der Welt der Wissenschaft (1921); Aus dem Leben u. Wirken eines Physikers (1930, autobiografie).

< >