(varicellen), besmettelijke ziekte met zeer lang incubatietijdperk van 3 weken. De ziekte begint met wat hangerigheid, verlies van eetlust en koorts en dan komen de typische blaasjes voor de dag, die meestal aan de haargrens beginnen en zich al aanstonds over het gehele lichaam uitbreiden.
Elk blaasje begint met een rosé, iets verheven vlekje, dat wat jeukt, en de inhoud van het blaasje is waterhelder vocht. Dit droogt na enkele dagen in, er ontstaat een bruin korstje, dat afvalt. Slechts enkele laten een klein litteken na.Men vindt de blaasjes overal op het lichaam, ook tussen de haren op het hoofd. Bijzonder typisch zijn de blaasjes, die heel spoedig kleine zweertjes worden, op de slijmvliezen (in de mond en de keel). De varicellen verlopen bijna altijd gunstig. Soms ziet men bij varicellen huidbloedingen als complicatie en zeer zelden een nierontsteking. Met echte pokken heeft de ziekte niets te maken.
Een methode van vaccinatie tegen waterpokken, waarbij men de inhoud van een blaasje van het ene kind in de huid van het andere spuit, wordt slechts bij uitzondering toegepast wegens de goedaardigheid van de waterpokken en de weinige betrouwbaarheid van de methode. Men moet zich dus voor de bestrijding van de ziekte beperken tot vermijding van contacten.
Terwijl vroeger de waterpokken gevaarlijk konden worden als de kinderen krabden en de huid door ettercoccen besmet werd, kan men thans met sulfonamides of antibiotica dit gevaar afdoende bestrijden.