is een door de Nederlander J. G.
D. Wateler (gest. 22 Juli 1927), in leven directeur van de Oranje-Nassau Hypotheekbank te ’s-Gravenhage, bij testament ingestelde jaarlijkse prijs, uit te keren aan degene, die op welke wijze ook door woord, daad, voorbeeld, literatuur, beeldhouw- of schilderkunst, in binnen- of buitenland, zich het meest verdienstelijk heeft gemaakt voor de bevordering van de vredesgedachte of heeft bijgedragen om middelen te vinden om de oorlog op den duur onmogelijk te maken. De nalatenschap, bezwaard met de last van uitkering van deze prijs, die thans jaarlijks ca ƒ 25 000 bedraagt, kwam aan de Nederlandse Carnegie Stichting.De prijs, welke zowel aan personen als aan instellingen kan worden gegeven, wordt beurtelings aan een Nederlander en een buitenlander uitgekeerd. Voor het eerst geschiedde dit in 1931 (Sir Eric Drummond). Na Wereldoorlog II is hij voor het eerst weer uitgekeerd in 1947 en wel aan de Nederlander H. Ch. G. J. van der Mandere.