of exercitie-genootschappen, zijn de verenigingen van burgers, die vooral op advies van Joan Derk van der Capellen na 1780 in verscheidene Nederlandse steden zich vrijwillig in de wapenhandel gingen oefenen, omdat de schutterijen beheerst werden door de stedelijke regeringen, door het regentendom dus, en het leger door de prins. Deze volksbewapening paste volkomen in de ideologie van het patriotisme: men kon de staande legers slechts zien in dienstbaarheid aan de bestaande machten.
De beweging van de vrijcorpsen greep ook naar de landelijke verenigingsvorm en organiseerde enkele bijeenkomsten van afgevaardigden van de corpsen. Sterker dan de vergaderingen van de vaderlandse regenten beleden zij de democratische gedachte, hetgeen symptomatisch is voor de politieke bewustwording van de tussenklasse en er stellig toe bijgedragen heeft, dat de scheiding van geest tussen de burgerdemocratie en het anti-stadhouderlijk regentendom niet kon uitblijven.PROF. DR L. J. G. VERBERNE.