Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Vilhelm thomsen

betekenis & definitie

(Ludvig Peter), Deens taalgeleerde (Kopenhagen 25 Jan. 1842 - 13 Mei 1927), promoveerde in 1869 te Kopenhagen en was van 1887-1913 hoogleraar in vergelijkende taalwetenschap te Kopenhagen. Hij was een der meest vooraanstaande linguisten uit recente tijd, bracht op het gebied der Romanistiek in 1856 een oplossing voor het probleem der verzachte consonanten, ontcijferde in 1894 de Orchon-inscripties uit Mongolië, gaf in 1899 belangrijke interpretaties van Etruskische en Lycische teksten en behandelde in zijn Turcica uit 1916 het Oud-Turks (Turcisch).

Bovendien heeft hij baanbrekend werk verricht op het gebied van het Indogermaans en Fins-Oegrisch.Bibl.: Den gotiske Sprogklasses Indflydelse paa den finske, diss. (1869, Duitse vert. 1870); The Relations between Ancient Russia and Scandinavia and the Origin of the Russian State (Oxford 1877); Beroringer mellem de finske og de baltiske (litauisk-lettiske) Sprog (Kabenhavn 1890); Inscriptions de l'Orkhon déchiffrées (Helsingfors 1896); Sprogvidenskabens historie (Kabenhavn 1902, Duitse vert. d. H. Poliak: Gesch. der Sprachwissenschaft, Halle 1927); Samlede Afhandlinger, 4 din (Kabenhavn I919-31).

Lit.: Festschrift V. Th. z. Vollendung d. 70. Lebensj. (1912); Acta philologica scandinavica II (1927/’28); H. H. Schäder, Th., in: Zeitschr. d. Deutsch. Morgenl. Ges. N. F. VI (1927); Kr. Sandfeld, Th., in: Indogerm. Jahrb. XIII (1929).

< >