Engels archaeoloog en prae-historicus (Sydney 14 Apr. 1892), studeerde in Sydney en in Oxford, was van 19191921 secretaris van de eerste minister van Nieuw Zuid-Wales, werd in 1927 professor in de praehistorische archaeologie in Edinburgh en is sinds 1946 professor in de praehistorische archaeologie van Europa in Londen. Hij leidde verschillende opgravingen in Schotland en Noord-Ierland, waarvan die van een nederzetting te Skara Brae (Orkney) zeer bekend is geworden.
Uitgaand van een Marxistische geschiedenisbeschouwing komt hij op de grondslag van archaeologische gegevens tot algemene conclusies omtrent ontwikkeling en verval van beschavingen.Bibl.: The Dawn of European Civilization (1925), 4th revised ed. 1949; The Most Ancient East (1928); Ancient dwellings at Skara Brae (1933); The Bronze Age (1930); The Prehistory of Scotland (1935); Man Makes Himself (1936); Prehistorie Communities in the British Isles (1947); What happened in history (1942); Progress and archeology (1944); Scotland before the Scots (1946); History (1947).
