Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

VENRAY

betekenis & definitie

(Ned.) Limburgse gemeente van 14 612 ha met (1953) 18 215 inw., nagenoeg geheel R.K., het centrale punt van het Noordlimburgse Peelgebied (geheel ontgonnen), bestaat vnl. uit vruchtbare zandgronden, dank zij de talloze beken. De bevolking leeft in hoofdzaak van landbouw (gemengde bedrijven), tuinbouw en in steeds toenemende mate van nijverheid (hout, cartonnage, zuivelproductie, kookketelfabricage, stalen ramen, lichte constructie-werkplaatsen, betonwaren, cosmetische industrie, confectie-ateliers, steenhouwerij, stroperserijen).

Tot de gemeente, die in 1944/’45 zeer veel van oorlogsgeweld te lijden had, behoren behalve de plaats Venray (1953 9700 inw., van wie 2400 in de vele kloosters, onderwijsinstellingen en twee krankzinnigengestichten) de kerkdorpen: Oostrum (1450 inw.), Oirlo (1170 inw.), Castenray (550 inw.), Leunen (1600 inw.), Veulen (250 inw.),Heide (350 inw.), IJsselstein (1200 inw.), Merselo ( 1050 inw.), Smakt (150 inw.) en vele buurtschappen.

< >