Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Vastkakigen

betekenis & definitie

vormen de orde Plectognathi onder de Vissen. In vele gevallen zijn bovenkaak en tussenkaak vast vergroeid, waaraan zij hun naam te danken hebben.

Het lichaam is bedekt met benige schubben of schilden, of met stekels. Zelden is de huid naakt. De kieuwopening is klein. Hiertoe behoren o.a. de Triacanthidae, aldus genoemd omdat de lange eerste stekel van de rugvin met de beide grote stekels, die de buikvinnen vertegenwoordigen, de meest in het oogvallende uitsteeksels zijn van het zijdelings samengedrukte lichaam. Bij de Balistidae of Trekkervissen is deze ventrale stekel klein en aan het einde van een beweeglijk bekken bevestigd. Balistes capriscus uit de Atlantische Oceaan en de Middellandse zee, komt zelden in de Noordzee. Eens is een exemplaar gevangen bij de Oranjesluizen te Amsterdam. De Ostraciontidae of koffervissen hebben een uit zeshoekige beenplaten gevormd pantser. Deze familie is tot de tropische zeeën beperkt. Bij de kogelvissen, Tetrodontidae en Diodontidae zijn de kaaktanden tot een snavel vergroeid, die in eerstgenoemde familie een mediane gleuf vertoont, waardoor er schijnbaar twee tanden in de bovenkaak en in de onderkaak zitten. Hun huid is naakt of met beweegbare stekels bezet. Merkwaardig is hun eigenschap zich met lucht te kunnen opblazen, in welke toestand zij op het water drijven. Kogelvissen komen in tropische zeeën, enkele soorten van Tetrodon ook in tropische rivieren voor. De Molidae of maanvissen zijn aan de kogelvissen verwant, maar het lichaam is van achteren als het ware afgesneden. De maanvis, Mola mola, die tot 2 m lang kan worden en die vroeger „klompvis” werd genoemd, komt in alle zeeën voor en wordt aan de Nederlandse kust nu en dan gevangen of op het strand aangespoeld gevonden.

< >