(Zw. = tovermuts), bekende waterval in de Zweedse rivier de Göta-elf, 15 km ten Z. van haar uitmonding in het Vener-meer. Hier valt het rivierwater over een afstand van ca 800 m langs 5 cascaden naar een 33 m lager gelegen punt.
Deze belemmering voor de scheepvaart werd opgeheven, doordat er van 1793-1800 een kanaal langs gegraven werd. Dit Trolhattankanaal werd van 1909-1916 geheel vernieuwd, het aantal sluizen verminderd en de capaciteit en schuthoogte zeer vergroot. Van de waterval is niet veel meer over, sedert een grote centrale vrijwel al het water gebruikt voor het opwekken van hydroelectrische energie. De bij de vallen en centrale ontstane stad Trollhättan telt (1951) 24300 inw. en heeft stikstofbedrijven, carbidproductie en machine- en electrotechnische fabrieken.